• De Nederlandse schrijver en psychiater Frederik van Eeden (1860-1932), hield naast een uitgebreid dagboek ook een dromenboek bij.
Vrijdag 24 november 1911
Droomen nog niet gunstig, gemengd. B.v. een droom van Japan, met iets van het japansch-fantastische en mooie, maar een Japansche slagerij, wel netjes, maar toch een slagerij. Ook fecaliën en wilde beeste-droomen. De tijgers waren wel tam, maar toch niet te vertrouwen. Zoo van nacht van paardrijden gedroomd, ook gemengd.
Maandag 4 december 1911 Nikolassee
De droomen werden hedennacht gunstiger. Ik zag mooie landschappen voorbij glijden en dacht aan Bergson's durée.
Woensdag 13 december 1911 Walden
De nachten zijn goed en de droomen neigen naar helderheid.
Vrijdag 22 december 1911
Nu eerst vangt slaap en droom aan diep en gunstig te worden. Ik ben in 't land der helderheid geweest hoewel niet met de grootste mate van zelfbesef. Ik moest eerst klimmen, binnenshuis, zoldertrappen. Toen kwam het wijde uitzicht, prachtig mooi en ver. Landen en steden, van af een groote hoogte. Daarbij had ik een paar aeroplane-vleugels bij me en meende dat ik daarmee vliegen moest. Ik had zeer duidelijk de gewaarwording van het voor een groote diepte staan, het gevaar daarbij - toen het besef: ‘ik kan mij laten gaan’ en ik zweefde omlaag.
Een melodie van Chopin kwam in mij op in den nacht en ik maakte er op 't klavier de meest ingewikkelde variaties op. Ik noemde het ‘het dorpje’ en hoorde de melodie door mijn variaties heen als het klinken van een dorpsklok.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten