zondag 19 december 2021

E. du Perron • 19 december 1932

• De Nederlandse schrijver E. du Perron (1899-1940). Uit De smalle mens (1934).

19 December.
Moedeloosheid en wrevel om iets te lezen dat aktueel is. De onbenulligste boekjes worden aangekondigd met ‘algemener’ strekkingen, onverschillig of zij in Duitsland uitkomen, in Engeland of zelfs in Holland. Als men nog personages aandurft — volkomen massabewegingen zijn zo moeilik te realiseren — zal het voortaan nog maar zijn als specimina van een kollektief willen, of met een sterke bijsmaak van symbool.

Steeds het onbevredigd verlangen om Stendhal geheel over te lezen (ik ken van Lucien Leuwen alleen de bewerking van Jean de Mitty, niet de veel getrouwer tekst van Martineau), ik zou mij in Shakespeare willen terugplonzen, schoonwassen van het gewichtige maakwerk dat bij kilo's binnenvalt, al zou ik niet meer lezen dan één bedrijf per dag. Ik kom er niet toe; minder omdat ik werkelik geen tijd maken kan, dan omdat het andere mij tòch te veel bezighoudt: problemen die sterker worden dan jezelf, zei M. [Menno ter Braak?] Mijn verscheurdheid (om een groot woord in mineur te gebruiken) bestaat simpelweg uit het feit dat ik het gevoel heb geen plaats voor mij meer te vinden in deze tijd, en toch erin te willen leven: zonder mij wezenlik in iets anders te willen opsluiten, want als ik het werkelik wilde, kon ik het.

Heerlik verzekerd en onverzettelik geloof van A. van S. [Arthur van Schendel] in de mens als individualist; hij begrijpt eenvoudig het streven van de kollektieven niet: een mens is niet kollektief te maken, zegt hij rustig, want wat zou men vermogen tegen het kleinste individuele gevoel: antipatie, sympatie, om maar iets te noemen? ‘Zolang er mensen zijn, zullen er individuen bestaan.’ En zijn verwondering, toen ik hem zei dat de mode of de dwang tegenwoordig was om zich te schamen voor zijn individualiteit. Zijn minachting voor de ‘literatuur van de dag’ — zo begrijpelik bij hem, zo weinig passend bij mij — versterkt mij in mijn voornemen om het altans met Shakespeare te proberen: omstreeks 180 bedrijven = zes maanden lezen, als ik mijn ideetje realiseer.

Ville Conquise gelezen van Victor-Serge. Zelfde smaakje; het is waarlik de moeite niet om de Kibaltsjitsj van de autobandieten-affaire geweest te zijn, en nu aan te komen met zoiets vaals en levenloos'. Geen personages weer; damschijven, figuren die toevallig nog namen dragen, men vraagt zich af waarom. De vergissing, volgens M., is om de romanvorm voor zoiets te gebruiken; voor massa-bewegingen is de film het aangewezen middel en de kunst van de toekomst. De roman is de stervende vorm van het individualisme: de verdieping van het individu, ook als het voor duizend anderen staat.

En ‘goed’ of niet ‘goed’ - er is in dit alles voor mij niets dat werkelik leesbaar is, dat het laatste kriterium: sympatiek of niet, doorstaat. Zolang ik nog vrij en vanuit mijn eigen wezen alleen vermag te oordelen, voel ik mij tekort gedaan bij het talent van alle Gladkovs bij elkaar. Ik vraag niets liever dan nog eens getroffen te worden, omvergeworpen, zoals dat heet, door een van deze auteurs, maar de proef mislukt telkens een beetje meer. Het enige revolutionaire boek uit Rusland, met een betrekkelik gering literair talent maar een akcent van waarheid geschreven dat mij tragies trof, blijft Wat niet gebeurde van Sawinkov, van de verkeerde revolutionair. Verder de sensuele, konkrete scènes van Martin-Luis Guzman, maar die de mexikaanse revolutie betreffen, een operette-revolutie, zeggen degenen die denken dat de russiese nergens dàt karakter had. De Rus is somber en zijn gevoel dieper bewust; de Mexikaan is... Sombere onzin, als het erop aankomt de uiterlikheden tastbaar te maken van mensen die elkaar kollektief slachten in een kollektieve roes, later te verantwoorden, histories zoniet eties of religieus. Guzman is een meesterlik ‘schilder’; intelligent genoeg bovendien om te doen voelen dat dit alles hoogstens boeiend of vermakelik is, voor wie voor eens en voor al zich verenigd heeft met het idee dat zijn leven niets waard is en als zodanig zal worden behandeld zodra het daartoe komt.

Het gevoel dat Ubu Roi een meesterwerk terug-wordt, in deze ‘grootse tijd’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten