• Sergej Prokofjev (1891-1953) was een Russische musicus en componist. Hij hield een groot deel van zijn leven een dagboek bij, waaruit gedeeltes in het Nederlands zijn gepubliceerd onder de titel Dagboek 1907-1933 (vertaling Arie van der Ent). Eind 1925 was hij op tournee in Nederland.
7 december
Achter visa aan, allerlei zaken en het afschrijven van een hele hoop zakelijke brieven.
8 december
Verdere afhandeling dringende zaken in Parijs. MetPtasjka op de foto bij Sjoemov, op zijn uitnodiging. Bij Eberg Stravinski gezien, omhelsd, hij vertelde dat hij auto leert rijden, ik vertelde hem van het succes van zijn liederen in Ptasjka's uitvoering. 's Avonds verder aan brieven geschreven. Doodmoe. Ptasjka, die zich aldoor niet lekker voelt, was bij Olmsted, maar trof die zelf zwak en ziek aan, in een leunstoel. Ze zei vreemde dingen: je mag jezelf niet misbruiken, je moet jezelf wel in acht nemen, niet afmatten enzovoort. Dat bracht ons in verwarring. Een geestelijke inzinking in verband met haar ongesteldheid? En de aanwezigheid van familie, die niet zo sciëntistisch is?
9 december
Ik vertrok naar Nederland. Ptasjka bleef nog zes dagen: lessen, toiletten en inpakken (ons hele bezit moet in drie kisten, twee dozen en een ontelbaar aantal koffers worden gestouwd. Mijn God, wanneer krijgen we nu eens een permanent hoekje voor onszelf?). In de trein had ik last van mijn hart. Van de zomer was het helemaal over, maar in oktober, toen ik bij vertrek uit Bellevue koffers terugbracht, ging het weer mis. Ik probeerde het onder handen te nemen via Christian Science. Merkte verbetering! Ik kwam 's avonds in Nederland aan, uit het raam was niets te zien, en daardoor had ik twee indrukken: 1) de trein rijdt heel snel; 2) alles is heel duur. In dezelfde restauratiewagen rekenden ze op Frans grondgebied vijftien frank voor een lunch, hier vijfendertig. Niemand haalde me af en ik reed meteen door naar het Amstel Hotel, waar een kamer voor me gereserveerd was en waar ik te horen kreeg dat Monteux gebeld had en dat de repetitie morgen om negen uur 's ochtends was. Ik was geschokt door het krantenbericht over de zelfmoord van Joerjevskaja* in Zwitserland had ze morfine genomen, zich de keel doorgesneden (wat een keel!) en was van de Duivelsbrug in de rivier gesprongen -inderdaad, in de armen van de duivel! Wat heeft haar daartoe gebracht? Wat was de rol van haar man? De Nederlandse kranten schrijven er ook over, ik vertaalde de berichten met hulp van de portier van het hotel, een muziekliefhebber en iemand die Joerjevskaja, die hier gelogeerd heeft, had gekend.
In de Nederlandse berichtgeving klinkt twijfel door: gaat het niet om een mystificatie? Haar lichaam is niet gevonden.
* Zinaïda Petrovna Joerjevskaja (1892-1925), zangeres, maakte op 3 december 1925, op het hoogtepunt van haar carrière, een eind aan haar leven door in Andermatt van de Duivelsbrug in de rivier de Reuss te springen. Op haar kamer vond men de romans Anna Karenina (Tolstoj)en Duivelsbrug (Aldanov), alsmede een briefje aan haar man om tegenover de buitenwereld te zeggen dat ze was overleden aan een hartaanval.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten