• Ed van Thijn (1934) is een Nederlands politicus. In zijn Dagboek van een onderhandelaar beschrijft hij de mislukte coalitiebesprekingen m.b.t. het beoogde kabinet Den Uyl II, die duurden van 25 mei-11 november 1977.
Vrijdag 10 juni
De schoolkaping in Boven-Smilde en de treinkaping bij De Punt duren onverminderd voort. Die dag is de spanning te snijden. Alhoewel ik geen contact met Joop heb, voel ik aan alles dat er iets broeit. Het geeft mij een rusteloos, maar vooral machteloos gevoel. Ik ben blijkbaar niet de enige. Voor het eerst krijg ik enkele telefoontjes van bezorgde mensen die goedbedoelde, min of meer technische adviezen geven hoe je de kapers kunt overmeesteren zonder dat er doden vallen onder de gegijzelden.
's Avonds neem ik deel aan een afscheidsdiner ter ere van Kidron, de Israëlische ambassadeur, die overgeplaatst is naar Londen. Het gebeuren vindt plaats op het Muiderslot. Als ik na middernacht naar huis rijd meldt de radio dat het stil is rond de school en de trein.
Zaterdag 11 juni
's Nachts kan ik de slaap niet vatten. Ik weet het zeker, er gaat wat gebeuren. Als ik voor dag en dauw de radio aan zet, blijk ik gelijk te hebben. De acties zijn zojuist begonnen, precieze mededelingen ontbreken nog. Het zijn angstaanjagende momenten. Mijn gedachten zijn sterk bij Joop. Wat een verantwoordelijkheid. Ik weet dat hij door diepe dalen gaat. Hij had dit zo graag willen voorkomen. Maar hij zat voor het blok. Het kon niet anders. De berichten komen bij flarden binnen. Er zijn doden gevallen. Onder de treinkapers, maar ook twee van de gegijzelden zijn omgekomen. De rest is bevrijd en onderweg naar het ziekenhuis. De stem van Joop klinkt. Een mengeling van treurnis en opluchting. Hij verantwoordt zich. ‘Ik ervaar dit als een nederlaag’, zegt hij. De telefoon gaat. Of ik commentaar wil geven. Ik betreur dat geweld nodig was, maar er was geen andere weg. Ik prijs de bewindslieden voor hun geduld en koelbloedigheid. Als ik de telefoon ophang heb ik een misselijk gevoel. Wat gemakkelijk. Commentaar achteraf. Het kamerlid levert op afroep enkele fraaie volzinnen. Hoe zou ik mijzelf gedragen hebben als ik echte verantwoordelijkheid had moeten dragen?
De radio drijft me naar de televisie. Ik zie de straaljagers overvliegen. De mensen komen uit de trein. Even later de persconferentie. Twee oververmoeide mannen, samen verantwoordelijk.
301>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten