• Matthew Decker (1679-1749) was een Engelse ondernemer en econoom van Nederlandse afkomst.
Mijnheer Abraham de Haan kwam me op 24 juni met zijn koets ophalen. Hij bracht me naar Amsterdam. Ik dineerde die dag bij mijnheer Graanhart. Als gevolg van een oproer dat vanmorgen op de Botermarkt begonnen was, waren we maar met zijn achten. Het volk weigerde de verplichte accijns te betalen. Dat gebeurde ook in andere steden. De burgerwacht of schutterij doodde twee mensen uit de oproerige menigte en verwondde er vijf. De gemoederen werden daardoor zo verhit, dat men onmiddellijk de aanval inzette op twee of drie huizen van pachters, mensen die de opbrengst van de belastingen pachten. Ook het huis van een zekere mijnheer Goedval, vijf huizen bij mijn gastheer vandaan, werd aangevallen, hoewel het aan beide zijden beschermd werd door schutters met geladen geweren. Zij schoten echter niet. Nooit zag ik grotere lafheid dan toen, zelfs een officier moest dat later met me eens zijn. Aanvankelijk waren het niet meer dan vijf of zes mannen die opdrongen met een lange stok waaraan een stuk oranje-gekleurd goed was gebonden. Zij werden gevolgd door een troep uit de kluiten gewassen jongens, en door vrouwen die de aanval op het huis van de belastinggaarders als eerste inzetten met het gooien van stenen en het kapotslaan van de ruiten. Met dezelfde wapens braken ze de deuren open, drongen het huis binnen en vernielden het van de zolder tot de kelder. Alles smeten ze op straat en wat nog heel was maakten ze meteen kapot. Het linnengoed werd aan stukken gescheurd en de met veren gevulde bedden werden opengesneden. Daarna werd alles in de gracht gegooid. Er werd voor nog geen stuiver gestolen, maar wel werd alles vernield. Ik maakte het bijna van begin tot eind mee. Op dezelfde manier ging men bij vele andere pachters te werk. In totaal werden vijfentwintig huizen vernield.
De volgende dag bleef ik 's morgens thuis. Ik ontving verschillende bezoekers en ging daarna eten bij mijnheer Reusel. In het gezelschap van tien personen werd over niets anders gepraat dan over het plunderen en vernielen van de huizen van de pachters en hun handlangers. 's Avonds werd een verkeerd huis aangevallen. De schutterij was toen wat resoluter: het vuur werd geopend, waardoor één plunderaar gedood werd, de rest sloeg toen op de vlucht.
64-2012>
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten