• In de tegenwoordige tijd. Journaal 1922 - 1989 (vertaling Michel van Nieuwstadt) van de Franse schrijver Michel Leiris (1901-1990) is geen dagboek in de eigenlijke zin: het is een 'plakboek' voor schrijfoefeningen en opzetjes, een notitieboekje voor faits divers. Vragen over dood en verval vormen een rode draad.
4 juni
Plezier dat ik gevonden heb in dronkenschap:
1) zonder vrouwen: vlucht; zuivere castratie;
2) met vrouwen: terugkeer naar een kinderlijke staat van voeding aan de borst - baden 'in de boezem' der vrouwen - daarin : oplossen als in de natuur - zich verliezen in de wezens uit de omgeving, de buitenwereld; geen rechtstreekse castratie, maar een die verloopt door middel van het infantilisme van deze verstrooiing (zeer aardig zijn, mensen de hand kussen, de een 'mijn broer', de ander 'mijn zus' noemen, romantische pseudo-lyriek). Vegetatieve kant van dit soort dronkenschap.
Jeugdherinneringen: de afschuw die ik voelde voor een zekere Van der Bilt, die zich in zijn auto doodgereden had en bij diezelfde gelegenheid ook zijn chauffeur had laten omkomen: het stuk Paljas, waarin ik dacht dat men op het toneel echt iemand doodmaakte; mijn broer Pierre en ik hadden een afschuw van wat wij 'fuifnummers' noemden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten