zondag 17 maart 2019

Jacob Segersz van der Brugge -- 18 maart 1634

• Jacob Segersz van der Brugge (?-?), bevelhebber eener expeditie van 7 matrozen, die door de Noorsche compagnie naar Groenland gezonden, daar van 30 Aug. 1633 tot 27 Mei 1634, gedurende 9 maanden min 5 dagen, overwinterde om na te gaan, of in die streken eenig voordeel voor de Compagnie te behalen viel. De bevelhebber gaf van deze overwintering een eenvoudig en trouw verhaal, aan de bewindhebbers zijner Compagnie opgedragen, en getiteld: Journael of dagh-register gehouden by Seven Matroosen in haer overwinteren op Spitsbergen in Maurits-Bay (Amst. c. 1660).

[15 Maert 1634]
[...] In den avont was ick een groot stuk achter ons Tent twee Rheenen [rendieren] siende, daer wy jacht op maekten, ende den Hondt lieten na loopen; doch also sy met den Hond bergewaert op ende den ijsberch, overliepen, mede den avont op de hand sijnde, keerden wy sonder den Hondt ofte de Rheenen langer na te loopen. [...] op ’t eerste quartier verhief sich den Wind met veel jacht-sneeu, soo dat ick vreesden, dat de Hond niet te recht raken en soude.

[17 Maert 1634]
Den 17 dito, weer ende wint als voren, so dat het niet mogelijck en was om na den Hond te gaen soecken, voor dat het weder sich wat getempert aen stelt.

[18 Maert 1634]
Den 18. dito, het weer ende windt als voren. In de morghen-stont quam weder een beer aen den laest gedooden Beer op de Bahy eten, daer wy nae toe zijn ghegaen, die soo haest hy ons vernam vluchtich werde: wy schoten dagelijcks veel Vossen tot verversinge van ons Kock, om die voor het Scheur-buyck te eten: de Vossen gevilt zijnde, laten wyse 2 of drie daghen in de wint vervriesen, alsdan gekookt ten deele met pruymen ende rozijnen; sommige hebben wy ghestooft met Peper ende Azijn in een Panne.

[22 Maert 1634]
[...] In de voor-avondt is den Hondt na dat hy acht Etmael van ons, ende in’t Geberchte geweest was, weder aen ons Tent ghekomen, daer over wy verblijdt waren; welcken Hond so mager was dat het deselve niet en gheleeck. Aen den Oever waren wy 14. of 16. beeren by den anderen siende, die te met groot gevecht hadden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten