woensdag 13 maart 2019

Wolfgang Herrndorf -- 14 maart 2010

Wolfgang Herrndorf (1965-2013) was een Duitse schilder en schrijver. Nadat bij hem in 2010 een hersentumor geconstateerd werd, begon hij een online dagboek dat hij bijhield tot aan zijn dood. Het is daarna ook in boekvorm gepubliceerd. De Nederlandse vertaling hiervan is van Pauline de Bok.

13-3-2010 10:07
Eerste bezoek thuis zonder begeleiding, de geruststellende aanblik van bekende voorwerpen. De wasmachine, die mijn ouders bij hun verblijf in mijn huis vernield dachten te hebben en die meerdere wasbeurten niet deed wat ze moest doen, doet het weer. Zomaar. Miele. De machine is nog door mijn oma gekocht, een wasmachine model 1968, dus uit een tijd dat er nog geen stap op de maan was gezet, Borussia Neunkirchen nog in de Bundesliga zat en het elektronische signaallampje nog niet was uitgevonden.
Het mechanische equivalent van het signaallampje is de overstroming van de vloer, die de eigenaar erop wijst dat het pluizenfilter vol is. Je moet het filter dan uitnemen en ontpluizen, ongeveer elke vijf jaar, wat betekent dat dit in het leven van de automaat zeven of acht keer is gebeurd, en ik herinner me hoe geroerd ik altijd was bij het ontpluizen: hoe de tijd vergaat. De machine werd nooit onderhouden en was nooit kapot. Het volledige opschrift luidt: miele automatic w 429 s.

13-3-2010 10:12
Neurie al dagen ongemerkt ‘Slangen, adders, staakt uw sissen, / Egels houdt uw stekels in, / Hazelwormen, hagedissen, / Weg van onze koningin.’ Kende de tekst maar tot ’staakt uw sissen’, moest googelen. Sinds mijn verblijf in het militair ziekenhuis speel ik op autorepeat twee cassettes, cassette 1: Dowland, Handford, Rosseter, Lawes, Monteverdi, Bach-koralen. Opgenomen door Calvin, mijn beste vriend uit mijn Neurenberger tijd, die met Holm het personage Desmond in In Plüschgewit- tern uitmaakt (zonder de louche zaken, die zijn verzonnen). Nu orkestmusicus in Christchurch, nz. Al jaren niet gezien. Schreef de laatste keer tegen kerst, nodigde me zoals altijd uit om hem te bezoeken.
Weet niet hoe ik het hem moet zeggen. Waanzinnig gevoelige man, kan zelfs geen bloed zien.
Cassette 2, kant A: Campian, Marchant, Corkine, Dowland, Morley, Perrichon, Hume, Anne Boleyn. Kant B: Mendelssohn- Bartholdy, Zomernachtsdroom, door mijzelf opgenomen in de tijd dat ik verliefd was op A. Vijftien jaar gruwelijk liefdesverdriet om één vrouw, die ik in al die jaren sinds ik voor het eerst bij haar op bezoek ging, niet langer dan acht uur heb gezien. Nooit een foto van haar gehad. Honderden brieven geschreven, ontstellende brieven. Haar een keer opgezocht vlak voor mijn studie begon, om haar te tekenen: compleet mislukt. Zwartste dag van mijn leven. ’s Avonds haar vader met zijn auto weggesleept, hij was gestrand en belde. Daarna in het huis overnacht, want al laat. Geen seconde geslapen, heen en weer geslingerd tussen hoop en verstand. De volgende dag beschamende bekentenis, met de hele razernij van mijn sociale incompetentie. Dan met 150 km/h terug naar Hamburg, over de bochtige provinciale wegen van de Holsteinische Schweiz, en ik herinner me nog precies hoe verbaasd ik was te merken dat auto’s zijwaarts kunnen schuiven zoals schaatsers – en het gevoel in mijn maag. Dat je het daarna nog een kwart eeuw uithoudt in deze wereld, ook een prestatie.
Overigens ben ik totaal niet muzikaal. Dat Emma Kirkby fantastisch zingt, weet ik van Calvin. Geloof ook te kunnen horen dat ze fantastisch zingt, maar weet uit ervaring dat ik een redelijke muziekuitvoering niet van een goede kan onderscheiden. Eveneens zwak ontwikkelde zintuigen: smaak, geur. De rest is oké.
‘Wir eilen mit schwachen, doch emsigen Schritten’. Uit mijn laatste brief aan Calvin, 27-12-2009: ‘Mijn voorstelling van het leven was altijd die van een parabool: vanaf de geboorte met een lichte kromming tot het hoogtepunt stijgend, dan met een even lichte kromming en steeds sneller omlaag vallend tot het eind. Waarbij dat hoogtepunt niet als het hoogtepunt van vitaliteit of iets dergelijks voorgesteld moet worden, maar slechts als geometrisch midden van het leven, als statistisch merkteken; en sinds ik dit statistische merkteken definitief overschreden heb en mezelf dag na dag en nacht na nacht op een dalende lijn met een sierlijke boog naar het graf zie roetsjen, is mijn toch al niet geringe thanatofobie nog eens naar heel andere dimensies gekatapulteerd. Omdat de psychologie zich, vanwege bewezen gegrondheid en realiteitsgehalte, niet op de behandeling van deze angst toelegt, heb ik de afgelopen maanden niet zonder succes zelfmedicatie op gang gebracht met salmiak-wodka.’ Drie weken voor alles begint.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten