• Wolfgang Herrndorf (1965-2013) was een Duitse schilder en schrijver. Nadat bij hem in 2010 een hersentumor geconstateerd werd, begon hij een online dagboek dat hij bijhield tot aan zijn dood. Het is daarna ook in boekvorm gepubliceerd. De Nederlandse vertaling hiervan is van Pauline de Bok.
13-3-2010 10:07
Eerste bezoek thuis zonder begeleiding, de geruststellende aanblik
van bekende voorwerpen. De wasmachine, die mijn ouders
bij hun verblijf in mijn huis vernield dachten te hebben en die
meerdere wasbeurten niet deed wat ze moest doen, doet het
weer. Zomaar. Miele. De machine is nog door mijn oma gekocht,
een wasmachine model 1968, dus uit een tijd dat er nog
geen stap op de maan was gezet, Borussia Neunkirchen nog in
de Bundesliga zat en het elektronische signaallampje nog niet
was uitgevonden.
Het mechanische equivalent van het signaallampje is de
overstroming van de vloer, die de eigenaar erop wijst dat het
pluizenfilter vol is. Je moet het filter dan uitnemen en ontpluizen,
ongeveer elke vijf jaar, wat betekent dat dit in het leven van
de automaat zeven of acht keer is gebeurd, en ik herinner me
hoe geroerd ik altijd was bij het ontpluizen: hoe de tijd vergaat.
De machine werd nooit onderhouden en was nooit kapot. Het
volledige opschrift luidt: miele automatic w 429 s.
13-3-2010 10:12
Neurie al dagen ongemerkt ‘Slangen, adders, staakt uw sissen,
/ Egels houdt uw stekels in, / Hazelwormen, hagedissen, / Weg
van onze koningin.’ Kende de tekst maar tot ’staakt uw sissen’,
moest googelen. Sinds mijn verblijf in het militair ziekenhuis
speel ik op autorepeat twee cassettes, cassette 1: Dowland,
Handford, Rosseter, Lawes, Monteverdi, Bach-koralen. Opgenomen
door Calvin, mijn beste vriend uit mijn Neurenberger
tijd, die met Holm het personage Desmond in In Plüschgewit-
tern uitmaakt (zonder de louche zaken, die zijn verzonnen).
Nu orkestmusicus in Christchurch, nz. Al jaren niet gezien.
Schreef de laatste keer tegen kerst, nodigde me zoals altijd uit
om hem te bezoeken.
Weet niet hoe ik het hem moet zeggen. Waanzinnig gevoelige
man, kan zelfs geen bloed zien.
Cassette 2, kant A: Campian, Marchant, Corkine, Dowland,
Morley, Perrichon, Hume, Anne Boleyn. Kant B: Mendelssohn-
Bartholdy, Zomernachtsdroom, door mijzelf opgenomen
in de tijd dat ik verliefd was op A. Vijftien jaar gruwelijk liefdesverdriet
om één vrouw, die ik in al die jaren sinds ik voor
het eerst bij haar op bezoek ging, niet langer dan acht uur heb
gezien. Nooit een foto van haar gehad. Honderden brieven geschreven,
ontstellende brieven. Haar een keer opgezocht vlak
voor mijn studie begon, om haar te tekenen: compleet mislukt.
Zwartste dag van mijn leven. ’s Avonds haar vader met zijn auto
weggesleept, hij was gestrand en belde. Daarna in het huis
overnacht, want al laat. Geen seconde geslapen, heen en weer
geslingerd tussen hoop en verstand. De volgende dag beschamende
bekentenis, met de hele razernij van mijn sociale incompetentie.
Dan met 150 km/h terug naar Hamburg, over de
bochtige provinciale wegen van de Holsteinische Schweiz, en ik
herinner me nog precies hoe verbaasd ik was te merken dat auto’s
zijwaarts kunnen schuiven zoals schaatsers – en het gevoel
in mijn maag. Dat je het daarna nog een kwart eeuw uithoudt in
deze wereld, ook een prestatie.
Overigens ben ik totaal niet muzikaal. Dat Emma Kirkby fantastisch
zingt, weet ik van Calvin. Geloof ook te kunnen horen
dat ze fantastisch zingt, maar weet uit ervaring dat ik een redelijke
muziekuitvoering niet van een goede kan onderscheiden.
Eveneens zwak ontwikkelde zintuigen: smaak, geur. De rest is
oké.
‘Wir eilen mit schwachen, doch emsigen Schritten’.
Uit mijn laatste brief aan Calvin, 27-12-2009: ‘Mijn voorstelling
van het leven was altijd die van een parabool: vanaf de geboorte
met een lichte kromming tot het hoogtepunt stijgend, dan met een even lichte kromming en steeds sneller omlaag
vallend tot het eind. Waarbij dat hoogtepunt niet als het hoogtepunt
van vitaliteit of iets dergelijks voorgesteld moet worden,
maar slechts als geometrisch midden van het leven, als statistisch
merkteken; en sinds ik dit statistische merkteken definitief
overschreden heb en mezelf dag na dag en nacht na nacht
op een dalende lijn met een sierlijke boog naar het graf zie
roetsjen, is mijn toch al niet geringe thanatofobie nog eens naar
heel andere dimensies gekatapulteerd. Omdat de psychologie
zich, vanwege bewezen gegrondheid en realiteitsgehalte, niet
op de behandeling van deze angst toelegt, heb ik de afgelopen
maanden niet zonder succes zelfmedicatie op gang gebracht
met salmiak-wodka.’ Drie weken voor alles begint.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten