• Geerten Meijsing (1950), hier schrijvend onder het pseudoniem Joyce & Co, woont sinds 1979 in Italië. Zijn Venetiaanse brieven en Calabrese dagboeken geven “onontbeerlijke informatie over de interessewereld van een schrijver, die in zijn intieme geschriften veel prijsgeeft van zijn vorming als kunstenaar en zijn opvattingen als platonische demiurg” (zijnde een ‘wereldbouwer’ ofwel een ‘tussenpersoon tussen de godheid en de lagere sferen’).
Venetië, 20 maart 1978
Allemaal voorspelbaar! Het kamermeisje dat mijn bed opmaakt is heel erg mooi (zwart haar, blauwe ogen, blanke huid), heeft een jongensfiguur (bijna platte borst, brede schouders, smalle beweeglijke heupen, géén wespetaille, en een sublieme kont) en heet Gilda! Omdat ik erop sta te ontbijten voordat ik mijn tanden poets en de deur uitga, zit ik ’s ochtends in de keuken van de oude mevrouw die het hotel drijft te wachten tot Gilda van de dichtstbijzijnde bar een dienblad met een kop capuccino en twee pezzi heeft gehaald. De koffie is koud als ze arriveert; op mijn verzoek warmt ze het geheel weer op in een pannetje op het eigen fornuis, waar ze met haar heupen tegenaan geleund staat, gestadig naar mij achterom kijkend, tot de inhoud is overgekookt. De volgende keren neem ik een flink glas spumante bij het ontbijt; daar kan alleen de prik uitgaan, en ik vind het idee niet onaangenaam dat Gilda daarvan elke keer een slok genomen heeft, ‘om niet over de rand te knoeien’. Ik kus haar via dit glas, ik drink dolce. Zij is overigens goed vertrouwd met de weinige intieme bagage die ik bij me heb. Als ik terugkom op mijn kamer, om na een dag in de boeken te zoeken wat ik in ’t echt niet vinden kan, zijn al mijn aantekenschriftjes, foto’s, brieven en boeken op geheel nieuwe wijze gesorteerd; de bovenliggende foto van U op mijn nachtkastje is verwisseld met die van een ander meisje; mijn Chanel vervliegt dubbel zo snel, en niet alleen van mijn wangen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten