• De dagboeken van de Franse schrijver Jules Renard (1864-1910) zijn vanwege de hoeveelheid ‘faits divers’ en anekdotes wel eens omschreven als ‘de documentatie’ bij À la recherche du temps perdue van Marcel Proust. Uit: Dagboek 1887-1899 (vertaald door Marianne Kaas en Frans de Haan). Fragmenten eruit zijn hier te lezen.
1 juli 1894
Wanneer ik 's morgens mijn raam opendoe, is het alsof mijn geliefde mijn ogen een bad gaf met koel water.
Witte wolkjes stijgen op van de aarde alsof men de wol op haar rug afschoor.
De hanen, met jongensachtige of zware stem, roepen bevelen als jeugdige of oude roodhuiden-opperhoofden.
Mooi! Een verre trein.
En de stem van een tortelduifje, alsof de huisvrouw een restje aangebrande room in een pan losschraapte met een houten lepel, of, beter nog, alsof je voortdurend in en uitliep om te proberen of de scharnieren van een deur goed werken.
En daar heb je een kip die kakelt alsof ze het ei dat ze net heeft gelegd, met driftige hamerslagen op het aambeeld bewerkt.
En daar heb je een vlieg die zoemend langskomt, zoals het geluid langs een metalen draad gaat.
En de drie trage slagen van een klok, gevolgd door drie trage slagen, gevolgd door een licht, vrolijk carillon.
En de stem van de eenden doet denken aan steentjes die, in de winter, stuiteren op het ijs in de kanalen.
Maar de mensen hebben nog geen woord laten horen.
Het eerste wat ze zeggen is: 'Doe het raam dicht, en kom weer in bed!'
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten