• Frederik van Eeden (1860-1932) was schrijver en psychiater. Hij hield een groot deel van zijn leven een dagboek bij.
woensdag 18 juli
Koel, reegenachtig weer, 62 o [fahrenheit]. ▫ Couperus stierf Zondag 15. Ik voelde heel hartelijk voor hem. Ik had ook onlangs nog een prettige briefkaart van hem ontvangen. Ik dacht graag aan hem en zijn werk. Maar de doodstijding maakte mij niet somber, wel droevig maar niet naargeestig. Ik voel alsof hij door goede beschermgeesten omringd is. En zoo was ik gister, na het doodsbericht, niet terneer geslagen, eerder iets meer opgewekt. ▫ Maar wat zal de Haag zijn zonder Couperus. Borel schreef aardig oover hem. Hoe kunnen die journalisten zoo gauw klaar zijn met hun rouwartikelen. Zal ik naar de Crematie gaan?
Gister las ik een verslag oover de gevangenkampen in Duitsland, tijdens den oorlog. Dit had ik juist noodig voor Sirius.
donderdag 19 juli
Prachtig weer, aangenaam koel. ▫ Het gaat me bizonder slecht. Het meest denk ik oover geld. En dan komt het besef dat ik toch niet te vreezen heb. Het is nu al twintig jaar dat geldzorgen me kwellen. ▫ Ik weet niet waarheen te gaan, als ik vertrekken moet. Het is toch wijzer een huis te behouden dan geld. Voor alle flinke maatreegelen ben ik te zwak en te ongeschikt. Ik mag niet verder van de kerk woonen. Maar dat slinken van mijn reserve, dat maakt me nerveus en bang.
Ik schreef nog al goed aan Sirius. Ik vond weer een toepasselijk boek.
De crematie vergat ik reegelrecht. Ik bad voor Couperus.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten