zondag 31 mei 2020

Simon Vestdijk • 31 mei 1945

Simon Vestdijk (1898-1971) was een Nederlandse schrijver. Uit: Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries (1968) 

Doorn, 31-5-'45

Beste Theun,

Proficiat met je miraculeuze ontsnapping**, die ik al eenige tijd verwacht had en die nu toch eerder heeft plaatsgehad dan ik had kunnen vermoeden. Ik hoop van harte, dat je je weer gauw herstellen zult van de doorleden emoties; het is niet niets wat je hebt meegemaakt. Wij zijn zeer benieuwd naar een mondeling verslag! Waarschijnlijk zal daar binnenkort gelegenheid voor zijn. Wij zijn n.l. van plan een dag of 3, 4, in Amsterdam te komen; dan zoeken we je natuurlijk op. Als 't eenigszins kan, hoop ik je nog intijds te berichten.

Wij zijn er verder goed afgekomen. Een beetje honger nu en dan, en Ans is erg mager; maar bepaalde narigheden hebben we toch niet gehad. Ons huis is nog gevorderd, maar toen puntje bij paaltje kwam, ging het niet door. En van de winter heb ik voortreffelijk kunnen werken. Toen de Vuuraanbidders klaar waren, - dat nogal lang is geworden, maar m.i. wel geslaagd, - heb ik mij op de poëzie geworpen, met als resultaat een bundel van 60 pag., en een episch gedicht, genaamd Mnemosyne in de Bergen, van 200 pag.! Momenteel schrijf ik nog wat van die korte essays, als aanvulling voor de bundel; dan hoop ik weer met een roman te beginnen. 't Is te hopen, dat al die copy binnen niet al te lange tijd gedrukt zal kunnen worden! Geef mij, als ik in A. ben, vooral je negerroman [De vrijheid gaat in 't rood gekleed] mee, ook al is hij nog niet klaar ...

Aan [tijdschrift] De Vrije Katheder wil ik heel graag geregeld medewerken. Zou je mij het blad voortaan willen laten sturen? Ik wil ook wel een abonnement nemen. Betalen jullie een beetje behoorlijk? Ik voel wel iets voor een ‘vaste’ rubriek, b.v. van dialogen, over min of meer actueele, cultureele kwesties. Daarvoor zou ook zeer wenselijk zijn, dat ik het blad regelmatig lees. Ik schreef n.l. voor Gr.Ned. een Dialoog over de Politieoorlog, met onze oude vrienden Arminius en Godard als sprekers; maar bij nader inzien vind ik het aardiger om het aan de V.K. af te staan; ik sluit het hierbij in, benevens een aantal min of meer ‘actueele’ gedichten, die mij ook wel geschikt lijken. Verder kan ik je natuurlijk zooveel korte essays sturen (uit Essays in Duodecimo) als je maar wilt; daar is ook wel wat bij van algemeen cultureel belang. En dan is er de mogelijkheid, - als jullie behoefte hebt aan feuilletons van ‘gehalte’, - dat Iersche Nachten bij jullie verschijnt! Zooals je ziet, heb ik plannen genoeg. Overleg ze eens, dan praten we er over wanneer we elkaar zien.

Houd je taai, werk goed, en laat nog wat hooren! Het is natuurlijk mogelijk, dat we vóor die tijd in A. verschijnen. Slaapgelegenheid hebben we, zoowel in A. als in Zaandijk, en we komen op de fiets.

Hart. gr., ook van Ans, en aan Aafje,
van je
Simon


** Theun de Vries: "Begin maart 1945 werd ik door twee man van een verzetsgroep, waarvan éen zich ‘vermomd’ had door het dragen van een ring met de SS-runen, uit het kamp Amersfoort verlost: zij legden de kampleiding een door Willy Lages ondertekend bevel tot mijn invrijheidstelling voor, wisten mij buiten te brengen en vervoerden mij naar Amsterdam, waar ik onmiddellijk weer onderdook."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten