• Dagboek van sergeant A. Vink, groepscommandant bij 1e sectie 1-II-8 R.I. Na de capitulatie van het Nederlandse leger werd hij als krijgsgevangene enige tijd in Duitsland tewerkgesteld.
Maandag 20 Mei 1940
Half negen vertrekken we met ongeveer 3000 man naar het station. Ons verblijf te Bocholt heeft zich gekenmerkt door het rondgaan van allerlei geruchten die gretig opgevangen en verder verteld werden, maar doorgaans onjuist bleken te zijn. Wat wel juist was, dat Holland zich had overgegeven. Dit hoorden we Donderdag van een Duits officier. Zodoende hoopte we dat we naar Holland terug zouden gaan, maar zekerheid hadden we niet. Voor we vertrokken kregen we een schaal aardappelsoep met macaroni. Voor onderweg kregen we mee een half brood met een flink stuk leverworst. Daar ik niets bezat om mijn brood in mee te nemen, heb ik mijn geleende zakdoek uitgewassen en daar het brood ingepakt. Aan het station werden we in goederenwagons zonder banken geladen, 50 man per wagen. De deuren gingen dicht, zodat de enige ventilatie was een rechthoekige opening van ca. 50 x 20 cm aan beide zijden van de wagen. Om kwart voor twaalf vertrokken we niet naar Holland, maar via München, Osnabrück, Bremen, Hamburg, Lübeck, Bad Kleinen, naar Neubrandenburg. De reis duurde 21 uur. De wagens schokten hevig en we zaten zeer hard en ongemakkelijk op de harde vloer. En toen we 's avonds probeerden te gaan liggen, moesten we passen en meten om voor elk nog een plekje te vinden. Aan enkele stations gingen de deuren even open en werden we gelucht. In Osnabrück kregen we aan het station water van vrouwen die daar aanwezig zijn ter verzorging van de soldaten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten