maandag 9 maart 2020

Willem de Clercq • 10 maart 1840

Willem de Clercq (1795-1844) was een Nederlandse handelsman. Uit: Naar zijn dagboek (1869).

(10 Maart)
‘'s Middags bleef ik nog schrijvende te huis en nam, voor ik naar den familiedag ging, dat ontzettende Handelsblad van 11 Maart op, waarin het huwelijk van den koning [Willem I] als stellig wordt beschouwd. Dit kan eene dreuning in alles geven en kan ver gaan. Kan de natie zulk een hoon dragen. Eene Belgische en Katholieke vrouw? ** De koning zet wel zijn va tout op het spel. Men heeft de geruchten vele dagen lang verspreid, doch ik hechtte er hoegenaamd voor mij geen geloof aan en hield alles voor aktiespel. Ik was er diep van getroffen, en zoo was ook het gevoel op den familiedag, waar wij later waren en waar het gesprek vrij en hartelijk was. Op de beurs was veel onrust. Andringa de Kempenaer, gewezen officier, personeel vijand van het goevernement, liep overal rond, deze tijding verkondigende, en daarbij voegende: ik heb het wel gezegd. Het vroege komen van den koning in Amsterdam dit jaar had gefrappeerd; nu wordt alles in verband gebracht. Men zegt, dat de koning het Zondag aan eenige menschen zou meêgedeeld hebben. Heer, bewaar onze lippen en harten. Gij regeert.’

(13 Maart).
‘De groote tijding blijft die wegens den koning, en zij wordt op alle wijze beoordeeld en geëxploiteerd. Ondertusschen ligt alles nog als achter een sluier, en ik kan er ook met weinigen over spreken. De beurs is geschokt. Het Handelsblad verdedigt zich met waardigheid tegen de aanvallen van de Arnhemsche Courant, die zich over de zaak verheugt, omdat de koning zijne populariteit verliest.’

(19 Maart).
‘Met belangstelling leest men in het Handelsblad, dat de drie leeraren Ds. v.d. Meulen, Broes en Weiland zich naar den koning hebben begeven, - men vermoedt wegens het huwelijk; - en drie kwartier met hem gesproken hebben.’

(20 Maart).
‘De koning moet hen met veel beleefdheid ontvangen hebben, doch hun tevens hebben doen opmerken, dat dit een geheel persoonlijke zaak was, en dat hij zich daarin zoo hoopte te gedragen, dat de liefde en achting, die hij nu zoovele jaren van de natie had ondervonden, daardoor geen schade leed.’

**
Wikipedia: In Berlijn trouwde Willem I op 17 februari 1841 met de rooms-katholieke H.R. rijksgravin Henriëtte d'Oultremont de Wégimont, een voormalige hofdame van Willems eerste echtgenote Wilhelmina. Hoewel ze van vaderskant afstamde uit een Waalse adellijke familie was zij in Maastricht geboren en daarmee Nederlandse van nationaliteit. Willem had haar al willen trouwen toen hij nog koning was, maar zijn familie en ministers verzetten zich tegen dit morganatisch huwelijk. Zijn oudste zoon, inmiddels koning, bleef zich na de huwelijksvoltrekking tegen de verbintenis verzetten en deelde zijn vader mee dat het huwelijk in Nederland ongeldig was. Zijn vader kondigde daarop aan in Den Haag opnieuw met haar in het huwelijk te treden. Om een publiek schandaal te voorkomen gaven Willem II en zijn ministers alsnog toe en werd het huwelijk op 2 oktober 1841 - zonder daar enige ruchtbaarheid aan te geven - bijgeschreven in de burgerlijke stand van de Nederlandse hofstad. Willem ging met zijn nieuwe echtgenote wonen in het Nederlandse paleis aan de Unter den Linden in Berlijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten