• Renia Spiegel (1924-1942) was een Pools Joods meisje, dat in de oorlog een dagboek bijhield, dat pas ver na de oorlog gepubliceerd werd.
9 januari 1940
Het feest is achter de rug. Op het kerstfeest heb ik de prijs voor beste leerling gekregen - een schaakspel. Toen gingen we ons voorbereiden op een wedstrijd, en die is morgen al. Ik ga een gedicht voordragen dat 'De locomotief' heet. Laten we hopen dat het goed gaat.
Verder gaan we verhuizen naar een andere school, een school waar ook jongens komen. Vandaag hebben we alles uit ons klaslokaal gehaald: onze versieringen, onze inktpotten - alles. Het is een school die zeven jaar duurt. Bah, vreselijk. Ik haat het allemaal; eerst beloofde het iets heel anders te worden, maar ik ben lang geleden van gedachten veranderd. Ik ben nog steeds voortdurend bang voor huiszoekingen, voor geweld. En nu dat hele gedoe met een gemengde school! Nu ja, laten we maar zien hoe dat uitpakt. De marteling begint op de elfde, ik zal je vertellen hoe het gaat. Dag, mijn lief dagboek. Duim voor me. Laten we hopen dat het goed gaat!!!
ik ben zo ontzettend stom. Wat is er met me gebeurd? Zo ben ik nog nooit geweest, iedereen vond me altijd zo slim. Hoe idioot is het om verliefd te worden op een komandir, een commandant [groepsleider, klasseoudste?], om hem te willen kussen? Ben ik niet goed snik? Hoe kun je over de liefde dromen in de gedaante van een of andere komandir? Feit is dat ik niet uitga met jongens. Ik ben ook nog nooit verliefd geweest, maar ik denk dat daar nog tijd voor is. Hoewel, op het feest baalde ik ervan dat ik niemand kende, en ik ben samen met Nora weggegaan, terwijl Belka en de andere meisjes nog bleven. Belka bleef, en ik was woedend. Maar toen was Belka weer jaloers op mij, omdat ik was vertrokken. En ze deed helemaal niet mee aan het feest, ze was boos en verdrietig, het lukte me maar nauwelijks om haar een beetje op te vrolijken. En toen was ik boos dat die ene idioot zich omdraaide, degene die ik een beetje leuk vond. Het is allemaal heel walgelijk en heel stom... Ik dacht dat ik slimmer was...
12 januari 1940
Het ligt nu allemaal achter me. Ik bedoel alles waar ik in dit dagboek over piekerde. Ik heb opgetreden bij de wedstrijd. 'De locomotief ging zozo, maar de wedstrijd ging heel goed. Zo goed, in feite, dat de jongens op school me 'Vier Stappen Tegelijk' noemden.
Maar ik ben helemaal vergeten om je over de jongens te vertellen. De duivel is niet zo vreselijk als hij wordt afgeschilderd. Dat denk ik in elk geval, voorlopig. We hebben nieuwe leraren, maar al onze meisjes zitten bij elkaar (ik zit in 8C).
De jongens zijn zulke jonge onschuldige wezens; ze weten maar weinig en ze zijn heel beleefd, ze zijn best oké. Andere meisjes, onze voormalige collega's, zijn zelfs jaloers op ons groepje. De jongens in 8C zijn niet bijzonder aantrekkelijk, met uitzondering van Ludwik P., die heel leuk is, en de lieve Mojorko S. Ze willen dat we door elkaar gaan zitten, jongens en meisjes om en om. Maar voorlopig is dat nog niet zo.
Op de dag van de wedstrijd kreeg ik een brief van een of andere komandir (van het Krasnaya Armiya), met een verzoek voor een ontmoeting. Ik heb besloten om deze brief te verstoppen, een streek uit te halen en een antwoord te schrijven.
Lief dagboek, ik begrijp hoe belangrijk je bent. Steeds vaker blader ik door je bladzijden, op zoek naar wat ik op een bepaald moment voelde.
Je moet weten, ik ga door verschillende fases waarin ik verschillende echtgenoten kies uit de jongens om me heen. Ik moet al wel zo'n zestig van die fases hebben meegemaakt. Of misschien zelfs honderd. En natuurlijk blijf ik steeds nieuwe echtgenoten vinden. Dag, kus, Renia.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten