• Journaal gehouden door den Adsistend Carel Albregt Haupt (1810-1885) op de togt door den Vaandrig August Frederik Beutler ter g'eerde ordre van den Wel Edelen Gestr. Heere Rijk Tulbagh Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop met den ressorte van dien etc. etc. etc. beneevens den E. Agtbaaren politicquen Raad aldaar in den jaare 1752, ondernoomen ter ontdekkinge van de waare gesteltheyd der hier binnen waarts leggende landen en dies bewoonders.
Uit: Reizen in Zuid-Afrika in de Hollandse tijd. Deel III. Tochten langs de Z.O.-kust en naar het Oosten 1670-1752.
Den 14n dito rustdag.
Gemerkt hier ter plaatse veel printen tegens de klippen geschildert worden gevonden, sijnde een werk der meergem: d'Gauas die daarom by ons landgangers Kleyne Chineesen worden genoemt, gingen wy na een plaats omtrend twee uuren van ons campement geleegen om sulx te sien, daar sagen wy onder de krans van een cloof in een soort van spelonk, alwaar men voor regen en winden konde schuylen, portraiten van wilde paerden, bavianen en van menschen in verscheyde postuuren, met roode, witte en swarte verwen tegens de klippen geschildert, sommige waaren vry wel afgeteekend en andere weer niet, welke laatste scheenen het werk van leerlingen te weesen; het is verwonderingswaardig iets diergelijx by sulke ruwe en onwetende natie te vinden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten