• Jacq Firmin Vogelaar (1944-2013) was een Nederlandse schrijver. Uit: Oefeningen
in het dagboekschrijven (augustus '81, tweede keus).
22/8. Zaterdag
+ En dan ben je 36 en nog nooit van je leven is de vraag bij je opgekomen of de peren van een jong boompje kleiner zijn dan die van een volgroeide boom.
+ Zou hij besluiten om zoveel mogelik observaties vast te leggen, dan is het alsof het doek opgaat voor een toneel dat zich anders, ongezien, achter de schermen afspeelt. Een mer à boire.
+ In dit verband (de poging tot afstand als program voor een bepaalde schrijfoperatie) de moeilikheid (of mijn onvermogen) om rechtstreeks op aktualiteiten in te gaan (en evengoed de remming om eigen belevenissen te behandelen). Mijn eerste reaksie: wat heb ik daarop te zeggen wat anderen al niet zeggen. En standpunten, er is niets zo onproduktief als een standpunt.
Voor het brandend aktuele heb ik alleen maar de beschikking over de klisjees van de dag.
+ Een geleend dagboek. Voor alles is er wel een vervangend sitaat voorhanden. Ongetwijfeld zou menigeen een dergelik plakboek hyperpersoonlik en opdringerig konfidentieel vinden.
+ Er wordt weer eens een historiese gebeurtenis aangekondigd. Sommige mensen moet je ervan verdenken dat ze aldoor bezig zijn met herinneringen opdoen.
+ Heeft er ooit iemand het dagboek van zijn lichaam gehouden? Alles opschrijven wat je ervan weet. Niet als medies onderwerp. Iets in die geest heb ik een paar jaar lang gedaan. Omdat ik - dankzij een overijverige verdringing - vaak de volgende dag al niet meer wist te vertellen hoeveel pijn ik had gehad en in wat voor kurves en kombinaties (alsof het dromen waren die me ontglipten), en omdat ik de neiging had tegenover de dokter de toestand dus maar te bagatelliseren, hield ik dageliks een grafiek bij. Eén van de dingen die ik konstateerde was dat er vaak geen enkele korrespondentie bestond tussen de hevigheid van de pijn en wat ik schreef (en zelfs niet óf ik schreef). Maar in die registratie was mijn lichaam slechts een beeldscherm. (Ook bedoel ik niet ‘de taal van het lichaam’, als daarmee een symbolentaal bedoeld wordt die toch weer naar iets anders verwijst.)
Het is toch belachelik dat ik wekenlang dit schrift volpen zonder zelfs maar te vermelden dat ik nauweliks kan zitten van de pijn.
[lees verder]
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten