• François HaverSchmidt (1835-1894, beter bekend als Piet Paaltjens) was een Nederlandse schrijver en dominee. Uit: Reis door België en langs den Rijn, in Augustus 1861 ondernomen door Adolf van Slooten, zeepzieder te Dockum, Feddo Jan HaverSchmidt, wijnkooper te Leeuwarden en François HaverSchmidt, predikant te Foudgum en Raard in Westdongeradeel, beschreven door laatstgenoemde.
20 augustus, Antwerpen
[...] En nu werd het tijd om te eten. Om vijf uur ving dat werk aan en het ging goed. O.a. aten wij heerlijke zeekreeft. Na den eten stapten wij naar de Jardin Zoölogique buiten de Kipdorppoort, waar muzijk en en veel publiek was. De tuin is zeer mooi en wij zagen er vele fraaie dieren. Inzonderheid trof ons een groote verzameling zeer kleine vogeltjes en een groote Egyptische tempel met zebras en olifanten. Terwijl wij op den heerlijken avond prettigjes onze cigaar rookten en een glas Lambiek dronken op stoeltjes die het ons moeite gekost had om magtig te worden, kondigde een verwijderd gedonder ons aan dat het groote vuurwerk aanving, 't welk de stad Antwerpen bij gelegenheid van het Congres aan de artistes gaf. Wij maakten ons ijlings op weg; het volk wees ons dien. Den stroom der menigte volgende kwamen wij door een laan waar aan weerszijden een schoone gaz-illuminatie was aangebragt, vormende de namen van alle beroemde schilders van den nieuweren tijd. (Ik denk dat deze laan de avenue Charlotte was tegenover de lunette d'Herenthals. De ‘garçon’ van het Hôtel had ons de plaats van het vuurwerk als boulevard Léopold aangeduid). Aan de overzijde van de gracht die de lunette of schans van onze laan afscheidde werd een prachtig vuurwerk ontstoken, welks onderscheiden kleuren nog nooit door ons zoo schoon waren gezien. Door middel van electrisch licht werd daarenboven een tooverachtig licht op den schans geworpen. Wij wandelden langs de fraai geïllumineerde avenue Macerus, met schoone eerebogen opgeluisterd naar de stad terug maar zouden toen bijna in het duister van de stad zijn afgewandeld. Gelukkig wees men ons nog tijdig het regte pad, waarop wij nog even gelegenheid hadden om het laatste gedeelte te zien van de inwendige verlichting van den cathedraalstoren, waarmeê de feestelijkheden van den avond besloten werden. Nu wandelden wij nog een weinig rond, dronken een flesch wijn op de stoep van het café de l'Empereur op de Place de Meir en zochten vervolgens de Reedijk op, alwaar in bijna elk huis muziek gemaakt en gedanst werd. In Frascati dronken wij een glas bier. Een mengelmoes van zeevolk, militairen en burgers danste er met fraai getoiletteerde dames, schoone bloemen - maar die het liefste waas, de onschuld, misten. Na ook dit te hebben gezien zochten wij Mons. Corvilain op en gingen naar bed.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten