• Adèle d’Osmond, Comtesse de Boigne (1781-1866) was een Franse aristocrate. Haar mémoires zijn in het Nederlands vertaald (door Willem Derks) als Verhalen van een tante. Memoires 1781-1830.
De soldaten die ze beschrijft waren de restanten van de troepen van Napoleon, nadat hij kort daarvoor definitief was verslagen in de Slag bij Waterloo.
25 augustus 1815
Op 25 augustus kwam ik in Lyon aan. […] De wegen boden een troostende aanblik voor een Frans hart, hoe bitter ook. Dat kwam door het magnifieke gedrag van onze ontslagen soldaten. In groepen van twaalf of vijftien man, in uniform, gesoigneerd als voor een parade, waren zij op weg naar hun huiselijke haard, droevig maar niet terneergeslagen, met een waardigheid die hun vroegere successen recht deed. Het Italië dat ik achter me had gelaten, werd sinds de mislukking van de campagne van Murat geteisterd door roversbendes. De eerste groep Franse soldaten die ik zag naderen, boezemde me, als ik me goed herinner, enige schrik in, maar zo gauw ik in hun nabijheid was voelde ik alleen nog maar sympathie. Zij leken dat zelf te beseffen. De voorsten van zo’n groep keken me indringend aan als om te bevroeden waartoe ik behoorde, maar de laatsten groetten me altijd. Ik denk niet dat er iets mooiers in de geschiedenis is dan het gedrag van het leger in het algemeen en van de soldaten persoonlijk in die tijd. Frankrijk kan er trots op zijn. Het is toch heel opmerkelijk dat toen meer dan honderdvijftigduizend soldaten van hun vaandels werden weggezonden en zonder meer het land in gestuurd, er geen enkel exces, geen enkele misdaad is geweest die hun kon worden toegerekend. De wegen bleven even veilig, de rust op de kastelen werd niet verstoord, en de steden en dorpen werden verrijkt met nuttige burgers, intelligente handwerkslieden, interessante chroniqueurs.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten