• Graham Greene (1904-1991) was een Britse schrijver. In Vluchtwegen (vertaald door P.H. Ottenhof) zijn ook dagboekfragmenten van hem opgenomen.
9 februari 1954. Saigon
Na het diner in de Arc-en-Ciel naar een fumerie tegenover het Casino boven de school. Ik rookte er maar vijf pijpen, maar was die avond heel suf. Eerst had ik een nachtmerrie, toen werd ik door kwadraten achternagezeten, bouwkundige kwadraten die mij aan Angkor herinnerden, gelijke afstanden en zo voort, en toen wiskundige kwadraten-inkomens van mensen en zo voort, kwadraat na kwadraat, wat de hele nacht leek door te gaan. Eindelijk werd ik wakker en toen ik weer insliep had ik een vreemde, complete droom zoals ik die alleen nog maar na opium heb meegemaakt. Ik liep de trap af van een club in de St. James's Street en op de trap kwam ik de duivel tegen die een tweed autojas droeg en een Sherlock Holmespet. Hij bezat een grote, zwarte hangsnor. Op straat zat een meisje met wie ik blijkbaar een verhouding had in een auto op mij te wachten. De duivel sprak mij aan en vroeg of ik zin had om nog eens een jaar over te doen, dan wel om een jaar over te slaan en te zien wat mij over twee jaar te wachten stond. Ik zei hem dat ik voor geen prijs ook maar enig jaar zou overdoen en dat ik best eens een blik twee jaar vooruit zou willen werpen. Terstond verdween de duivel en stond ik met een briefin handen. Ik maakte hem open-hij kwam van het een of ander meisje dat ik slechts oppervlakkig kende. Het was een heel tedere brief-een afscheidsbrief. Kennelijk was het in dat ontbrekende jaar tot een verhouding tussen ons gekomen waaraan ze nu een eind maakte. Terwijl ik naar de vrouw in de auto keek dacht ik: 'Ik moet haar die brief niet laten zien, want het zou wel absurd zijn als ze jaloers werd op een meisje dat ik nog niet eens ken.' Ik liep mijn kamer in (ik bevond mij niet langer op de club) en scheurde de brief in kleine stukjes, maar onder in de envelop zaten een paar kralen die een gevoelsmatige betekenis moeten hebben gehad. Ik voelde er niets voor die weg te gooien en ik schoof een la open, legde ze erin en sloot de Ia af. Terwijl ik dat deed viel het mij opeens in: 'Over twee jaar doe ik precies hetzelfde, een la opentrekken, de kralen wegbergen, en dan tot de ontdekking komen dat de kralen al in de la liggen.' Toen werd ik wakker.
Er is mij nog een herinnering bijgebleven die ik maar moeilijk van mij afkan zetten, de vierentwintig uur die ik in januari 1954 in het door een noodlotssfeer beheerste Dien Bien Phu doorbracht. Toen mij negen jaar later door de Sunday Times gevraagd werd over 'een beslissende veldslag naar eigen keuze' te schrijven, was het Dien Bien Phu dat mij onmiddellijk in gedachten kwam.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten