• Jacob van Lennep (1802-1868) was een Nederlandse schrijver. Uit: Fragmenten uit het dagboek, gedurende eene reis naar Zwitserland.
27 Juli. Bern.
In Zwitserland heeft men over 't algemeen heerlijk brood; maar het brood van Bern spant de kroon. 't Is nergens smakelijker en beter koop. - Ik ben nieuwsgierig of, nu de accijns op 't gemaal met 't jaar 1856 wordt afgeschaft, men in 't vervolg ook bij ons, evenals hier, goedkoop en lekker brood niet alleen bij de bakkers, maar zelfs op straat zal kunnen bekomen. De voorstanders der afschaffing beweren, dat wanneer de fabrikage vrij is, de meelbereiding eene tot hiertoe ongekende vlucht zal nemen. Ik mag het van harte lijden; - doch dan moeten knappe lieden er zich mede bemoeien; want ik vrees, dat zoo men het alleen aan de molenaars en bakkers overlaat, het treurige resultaat zal wezen, dat wij even onsmakelijk en duur brood eten als vroeger; terwijl het Land zijn vijf d'halve millioen zal missen, die gezegde heeren in hun zak zullen steken.
Bern is, als een iegelijk weet, beroemd om zijne beren. Men heeft die naakt, men heeft die gekleed, men heeft die gewapend, men heeft die ongewapend, men heeft die in natura, men heeft die op het stadswapen, men heeft die in portret, men heeft die op de fonteinen, men heeft die op de klokketorens, men heeft die in 't kort overal. De inwoners hebben sinds zoovele eeuwen die beren aangekeken, dat zij geëindigd zijn er zelve op te gelijken: ik heb nooit iets zoo leelijks gezien als de mans hier ter stede, met uitzondering alleen van de vrouwen, wier breede, ruige aangezichten en wier grove, dikke, met haar begroeide armen een mensch van schrik naar huis zouden jagen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten