• Bertolt Brecht (1898-1956) was een Duitse schrijver. Uit: Dagboeken (vertaald door Hans Hom).
Donderdag, 8 juli 1920
Ik lees geboeid de brieven van Van Gogh aan Theo. Schokkende documenten van armoede en fanatiek werken zijn dat. In plaats van te eten schildert hij, en hij rekent uit hoeveel verf de tering hem oplevert! Hij heeft geen succes en werkt als een paard en ziet de toekomst haast altijd donkerder in dan het heden, dat al donker genoeg is. Daar kun je een hoop van leren, niet alleen op het menselijke vlak. Misschien zou het heel goed voor me zijn als ik zo werkte, verbeten en hardnekkig, zonder veel waarde te hechten aan inspiratie en te zinnen op indrukwekkende effecten. Maar dat breng je alleen maar tot stand in de beschrijving, je moet veel weten, het een en ander meegemaakt hebben en een bepaalde stijl hebben, die je overal bij kunt ‘aanwenden’. In ieder geval moet je een scherp oog hebben voor de ‘geest’, voor de krenten, het smaakvolle arrangement en het gepolijste. Doorslaggevend is het grootse raamwerk, de duistere, opgeworpen massa, het geagiteerde licht boven alles en de onverschrokkenheid van het menselijke hart, dat de dingen laat zien zoals ze zijn, en ze zo liefheeft.
In zijn allerlaatste, onafgemaakte toneelstuk Turandot voerde Brecht een personage Gogher Gogh op, maar of hij daarbij aan de schilder Van Gogh gedacht heeft ...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten