dinsdag 7 september 2021

Edmond en Jules de Goncourt • 8 september 1861

Edmond de Goncourt(1822-1896) en Jules de Goncourt (1830-1870) waren Franse schrijvers en critici, en initiatiefnemers van de zeer prestigieuze Prix Goncourt. Ze hielden samen een (inmiddels zeer beroemd) dagboek bij, dat Edmond na de dood van Jules in zijn eentje voortzette. Vertaling door Leo van Maris.

Amsterdam, 8 september
Een land waar alles in orde, samenhangend, onontkoombaar en logisch is. De mannen en vrouwen zijn er lelijk, niet op een menselijke manier, maar als vissen, met vissenogen en vissenkoppen, een gelaatskleur van gedroogde vis, en ze hebben iets van zeerobben en kikkers; ze lijken ook wel op die grof geschetste figuren, die ruzie staan te maken op de achtergrond van een schilderij van Ostade. Een land dat uit het water tevoorschijn is gekomen, dat echt gebouwd is, een land dat voor anker ligt; een waterige lucht, zonlicht dat gefilterd lijkt door een met zout water gevulde karaf; huizen die eruitzien als schepen, daken die lijken op de achterstevens van oude galeien; trappen die eigenlijk ladders zijn, wagons die aan kajuiten doen denken, danszalen als tussendekken. Een bleek en koud ras, mensen met een karakter geduldig als het water, levens vlak als kanalen; het vlees is er waterig.
Holland lijkt wel het paradijs zoals het is teruggevonden door de bevers uit de ark van Noach. Een land dat voor anker ligt, bevers in een kaas, – dat is Holland.

Gisteren keek ik in de trein naar een jongeman die tegenover mij zat te slapen. Ik nam nauwkeurig in mij op hoe de zon op zijn gezicht scheen, met als contrast de diepe schaduw van de klep van zijn pet.
Toen ik voor het schilderij van Rembrandt stond, dat men gewoonlijk De Nachtwacht noemt, vond ik er hetzelfde effect in terug. Ik heb mij verbaasd over de vele discussies en de nog steeds niet opgeloste vraag of men op dat reusachtige schilderij daglicht of het licht van de nacht voor zich heeft. Ik heb versteld gestaan over alles wat er is geschreven over het vreemde en onwaarschijnlijke van het licht in het schilderij. Ik heb niets anders dan een zonnestraal op het doek gezien, vol, warm en levend, een belichting die volmaakt logisch, volmaakt rationeel en volmaakt duidelijk is. Alleen, zoals bijna altijd bij Rembrandt het geval is, is het licht op zijn doek geen egaal daglicht, maar zonlicht dat van boven komt en dwars over de personen heen valt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten