• In de tegenwoordige tijd. Journaal 1922 - 1989 van de Franse schrijver Michel Leiris (1901-1990) is geen dagboek in de eigenlijke zin: het is een plakboek, plaats voor schrijfoefeningen en opzetjes, een notitieboekje voor faits divers. vragen over dood en verval vormen een rode draad. Over zijn liefdesrelatie met de Algerijnse prostituee Khadidja schrijft hij ook uitvoerig in zijn La Règle du jeu.
2 februari [1948]
Verband dat er waarschijnlijk is tussen de extreme afschuw die ik voor incest voel, en de aantrekkingskracht die vrouwelijke kleurlingen op mij uitoefenen (in ruimere zin mijn antiracisme): de liefdesverbintenis met een persoon van een ander ras vertegenwoordigt het toppunt van exogamie. Het is waarschijnlijk dat mijn halfslachtige sentimenten ten overstaan van de 'moeder' hun antwoord vinden in de vrouw met zwarte huidkleur, die tegelijk ver van mij af staat en moederlijk is (middel om met de moeder te slapen zonder dat er sprake is van incest). - Want ik moet me er wel terdege rekenschap van geven (wat mij ertoe dwingt mijn theorie te preciseren, zo niet te corrigeren) dat ik altijd een zwarte vrouw of een mulattin bedoel - nooit een vrouw met gele huidkleur, zelfs niet een Indiase of een hindoevrouw; wel in de laatste plaats een Polynesische - als ik het woord 'kleurlinge' gebruik.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten