woensdag 12 februari 2020

Friedrich Nietzsche • 12 februari 1888

• Filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) kampte een groot deel van zijn leven met zijn gezondheid. Het onderstaande fragment (uit Uit mijn leven, vertaling Charles Vergeer)is afkomstig uit een brief aan schilder en schrijver Reinhart Freiherr von Seydlitz (1850-1931). Nietzsche bracht vanwege zijn gezondheid de winters door in steden met een zacht klimaat, zoals Turijn en Nice.

Nice, Pension de Genève, 12 februari 1888
Onder die omstandigheden moet je in Nice leven. Daar wemelt het van de nietsnutten, grecs en andere filosofen, het wemelt er dus van ‘mijnsgelijken’: en God laat, met het cynisme hem eigen, juist boven ons de zon mooier schijnen dan boven het zo veel achtbaarder Europa van mijnheer Von Bismarck (– dat met koortsachtige deugdzaamheid aan zijn bewapening werkt en geheel en al het aanzien van een heldhaftig gezinde egel krijgt) – De dagen volgen elkaar hier op met een onbeschaamde schoonheid; een volmaakter winter is er nooit geweest. En die kleurentooi van Nice: ik zou ze je willen opsturen. Alle kleuren zijn van een zilvergrijs doortrokken; spirituele kleuren die niets meer rest van de brutaliteit hunner basistinten. Het voordeel van dit kleine strikje kust tussen Alassio en Nice is het verlof je als in Afrika te voelen wat kleuren, planten en droogte van de lucht aangaat: zoiets komt in heel het overige Europa niet voor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten