donderdag 26 december 2019

Virginie Loveling • 27 december 1914

Virginie Loveling (1836-1923), zus van schrijfster Rosalie Loveling en nicht van schrijver Cyriel Buysse, was een Vlaamse schrijfster en dichteres. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hield ze een oorlogsdagboek bij.

Zondag, 27 Dec. '14.
In 't midden van den nacht komt Marie de trappen afgehold en roept met een stem door den angst beklemd: ‘Mademoiselle, mademoiselle, Gent wordt gebombardeerd, hoor hoe ze schieten, zie hoe het brandt!’
Plots ontwaakt, sta ik op, trek in haast een kleedingstuk aan en sla een sjaal over 't hoofd.
Rechtover achter de straatdaken is de hemel éen vuurgloed. Dat schouwspel treft heel diep. Voor 't overige ontstel ik zelfs niet. Sinds lang staat onder handbereik het vluchtvaliesje immers gereed... Het is dus gekomen, het lang verwacht gevreesde... Maar ik hoor geen schot, ik zie langs de straat wel menschen loopen; ik zie op heel de lengte - als een zwarte inktstreep - een waterbuis van de brandweer liggen... Neen, neen, er wordt niet geschoten: ‘Bedaar dan toch,’ zeg ik tegen de jammerende meid, ‘open het venster, vraag wat het is.’
‘Het brandt bij madame De L., de ketel van de calorifere [centrale verwarming] is gesprongen,’ roept een stem.
Die slag zal het wezen, wat het ontroerde meisje heeft gehoord.
Het is een grootsch tooneel: het brandend huis, heel groot en hoog, staat op den Steenweg, maar de poort komt uit rechtover mijn woonst. En op de mansardekamer gegaan, zie ik over de burenvorsten heen het dak: het hout van den moerbalk en de pannelatten in zwart, deze laatste vormen als een ijzeren rooster, waardoor de vlammen opslaan als vuurtongen in speelsche vlucht soms eene onafhankelijk veel hooger opkronkelend. Kolommen van verbleekt rood - dampen gewis - verheffen zich en tegen dien achtergrond is het een echt vuurwerk van vonken, opstijgend als wemelende vlokken van bloedige sneeuw in warreling neertuimelend.
Niets is gered geworden van rijk mobilier [meubilair] en kunstschatten. De Duitschers, die er gekwartierd waren, zijn langs een venster bij middel van een ladder gered. De bewoonster is weduw, haar eenige zoon dient als vrijwilliger in 't belgisch leger en liet sedert eenigen tijd niets meer hooren van zich.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten