zondag 22 december 2019

Charlotte Brontë • 21 december 1847

• De Britse schrijfster Charlotte Brontë in een brief aan haar uitgever W.S. Williams. De Brontë-zussen hadden zich bij hem voorgedaan als van het mannelijke geslacht, en Williams en zijn compagnon Newby wisten lange tijd niet dat ze met drie vrouwen te maken hadden. Ook deze brief schreef Charlotte onder het synoniem Currer Bell – dezelfde naam die ook op het omslag van de eerste drukken van haar boek Jane Eyre stond. Uit: Verwoeste levens. Een selectie uit de brieven van de gezusters Brontë (vertaald door Ria Loohuizen).

21 december 1847
Zelf ben ik niet tevreden met het voorwoord dat ik stuurde – ik ben bang dat het zweemt naar spotternij. Indien U er geen bezwaar tegen heeft zou ik het liever vervangen door het hierbij ingeslotene. Het is wat langer, maar er staat iets in wat ik al lang heb willen zeggen. […] Ik weet dat Uw tijd te beperkt en te kostbaar is om al te vaak aan welke enkeling dan ook te wijden. U zit er niet ver naast met Uw oordeel over Wuthering Heights en Agnes Grey. Ellis heeft een scherpe, originele geest, vol van een vreemde, doch duistere kracht. Wanneer hij zich uitdrukt in de vorm van poëzie, spreekt die kracht in een taal die tegelijk beknopt en uitvoerig is, en verfijnd, maar in proza barst hij los in scènes die eerder een schok teweegbrengen dan een bekoring. Ellis zal zich echter beteren, want hij kent zijn fouten. Agnes Grey weerspiegelt de geest van de schrijver. De spelling en interpunctie zijn nogal beschamend: bijna alle fouten die in de proefdrukken werden gecorrigeerd blijken onveranderd in wat de verbeterde uitgave had moeten zijn. Als Mr. Newby zijn zaken altijd zo afhandelt, dan zijn er weinig auteurs die hem voor de tweede maal als uitgever zouden willen hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten