• Geerten Meijsing (1950) vormde met Kees Snel (1951-2010) het schrijversduo Joyce & Co. Later bleek dat Meijsing vrijwel alleen al hun boeken geschreven had. In Werkbrieven 1968-1981 zijn de brieven die ze elkaar schreven bijeengebracht (plus ook brieven van en aan Frans Verpoorten).
Arsina, 24 maart 1981
Frans, jongen:
Dankjewel voor het toesturen van het eerste stuk uit het Haarlemsch Dagblad; aangezien ik de overige twee stukken niet ontvangen heb, neem ik aan dat je die ook niet hebt opgestuurd.
Ik hoorde van Hetty dat je de zaken naar beste kunnen behartigt: erg aardig & leuk; ondertussen ben ik van alle geheimzinnige feestelijkheden rondom Eefje verstoken. Jullie hebben gedrieën ook een soort complot uit tweede hand als buffer opgezet; koffie, diners, casino's en foto's, en ook dat zal allemaal wel aardig zijn.
Ik ben inmiddels behoorlijk in het slop geraakt: ik dacht dat ik het wist, ik weet het allemaal niet meer. Werk kan er niet meer uit mijn vingers komen als de motivatie en elke zin aan het leven ontbreekt; de huur hier is ons zo'n beetje opgezegd, het ontbreekt mij aan de juiste taktiek om wat verloren is weer terug te vinden; niet alleen in artistiek opzicht maar vooral in menselijk opzicht worden mijn inspanningen onderschat en verkeerd bevonden; het onmogelijke kon ik ooit nog wel in mijn werk, maar kan ik niet in het leven tot stand brengen: stormwind tegen en ik ben van harte de mening toegedaan dat het allemaal erg slecht gaat, slechter kan haast niet.
Ik kan niet voor mezelf 'opkomen', derhalve zijn al mijn illusies en vooruitzichten (als jij oud wordt en ooit nog een krant leest zul je merken wie ik was) verspeeld. Ik leef nauwelijks nog van een klein beetje nutteloze en zeer pijnlijke hoop. Maar wat ik moet doen weet ik niet.
Verscheur deze brief meteen na lezing.
Geerten
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten