• Arthur Lehning (1899-2000) was een Nederlandse anarchist, publicist en vertaler. Toen in 1936 de Spaanse burgeroorlog begon, sloot hij zich aan bij de Catalaanse anarchisten. Hij hield over die tijd een dagboek bij, en schreef brieven.
17 oktober
p.s. Zaterdagmorgen ■ Ik had dit epistel aan iemand willen meegeven, maar het is niet gelukt. Gisteren, eindelijk je eerste brief, d.w.z de tweede die je hebt verstuurd. Erg blij eindelijk van je te horen, maar maak me ongerust over wat je schrijft. Wat is dat voor onzin over bombardementen hier? Nada de este! Dit zijn fantastische leugenberichten.
Dagboek schrijf ik verder. Ik hoop het manuscript van Ruvarebohni heb je, met mijn lange brief, uit Parijs ontvangen. Hier sliep ik heerlijk. Prachtig uitzicht op de Tibidabo, en de zee. Maar wel ver van het centrum. Het is nu goed weer. En ik kom wat op m'n verhaal. Maar het is een geagiteerd leven. Ik zie niets van de stad. En heb geen tijd om iets anders te doen.
Zaterdagmiddag 17.10.36 ■ Ik eet weer, alleen, in de oude stad! — Het is te ver om met Helmut mee te gaan. Ik heb hier te veel te doen. Zoo juist een lang gesprek met Martin Gudell, ook over de Duitse groep, over Justizpalast en mijn privé-aangelegenheid. Daarover alles mondeling. Ik ga nu verder me hier te dokumenteren. Misschien ga ik nog naar Valencia. — De hele ochtend verloor ik weer met naar het Paleis van Justitie te gaan. In Madrid is ws. wel een en ander te vinden - maar ik beloofde immers: voorzichtig te zijn, en daarom ga ik maar niet. In Valencia is misschien niet alles verbrand; maar het is zeker niet zo belangrijk wat daar te vinden is.
Deze Duitse groep is overigens hopeloos. Enfin, je kent de vrienden. Maar er zijn grote gevaren. Ik zou mij liever niet met dit alles bezig houden. En doe dat ook zo weinig mogelijk.
Er zijn lieden uit Holland, die naar hier willen komen. Ik ken ze niet. Twijfelachtige typen zijn hier al genoeg!
Emma is van het front terug. Ze is zéér te spreken over onze generaal Durruti." Met recht. Alles wat ik van hem hoor is gunstig. Jammer, dat hij niet hier is om enige orde te scheppen! Ik zou hem graag willen zien. Maar het is ver naar zijn hoofdkwartier.
Het is gunstig dat ik bij Helmut en Dora woon. Ik rust iets uit - hoewel het zeer ver is. Een prachtig huis! Van Erich, de Tischler, niets meer gehoord. Arme kerel. Morgen zie ik misschien Don Carlos. Naar Las Planas te gaan, was absoluut onmogelijk tot nu toe. Maar ik zal toch zien er heen te gaan.
Zaterdagavond ■ Ik ga nu vlug slapen. De hele dag onderweg. Eerst weer Paleis van Justitie vanmorgen. Vanmiddag eerst een kolonne Duitsers begeleid, die naar het front gingen, maar eerst bij het gedenkteken van Ascaso halt maakten. Daar worden iedere dag nieuwe bloemen gebracht ...
Morgen ga ik eens niet naar de Casa ... alleen 's avonds moet ik weer voor de radio spreken. Er is groepsvergadering van de DAS, maar ik ga er niet heen. Morgen een grote meeting met Sébastien Faure, maar daar ga ik ook niet heen, denk ik.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten