• Rienk Prins (1895-1984) was tijdens de Eerste Wereldoorlog soldaat, Hij hield over die periode een dagboek bij.
Den 20ste juni 1916 verhuisden we naar het tentenkamp bij Loon op Zand tot de zaterdags 8 juli. Ik ben toen van 21 tot 25 juni met verlof gestuurd. Daar het veel regende in de maand juni en begin juli hebben wij weinig gedaan in ’t kamp. Toch waren wij blij dat wij weer naar Kaatsheuvel in ’t oude kwartier mochten gaan.
Den 8 juli kwamen we in Kaatsheuvel terug, maar al spoedig moesten we weer verhuizen, de 13 juli naar Oosterhout. Vandaar ging ik des anderen morgens direct met 18 dagen hooiverlof. Eerst 2 uur loopen naar Breda met de volledige uitrusting. Te Leeuwarden had ik een blijde ontmoeting. ’t Was een drukke 18 dagen, doch heel gezellig doorgebracht.
Tot spijt kreeg ik de 31ste juli antwoord op mijn verzoek van 10 dagen verlenging een telegram dat dit niet zou worden toegestaan, dus dienzelfde dag nog weg en kwam des avonds te half tien weer in Oosterhout aan. Mijn kwartier was daar slecht in een herberg bij Kanters.
’t Dorp op zichzelf was mooi, dees bewees wel het aldaar wonen van de commandant van ’t Nederlandsche Leger, generaal Terwischa. Gelukkig was ook daar een klein militair tehuisje doch toen we de 1ste augustus weer verhuisden naar Kaatsheuvel naar ’t oude kwartier had ik van Oosterhout niet veel plezier gehad.
Van 1 tot 14 augustus 1916 ben ik met permissie geweest, om deel te nemen aan ’t scheren. Toen was mijn broer voor het eerst thuis met verlof, dus was dit voor ons allen een rijke dag, om in gemeenschap gezamenlijk op te gaan aan den disch des avondmaals. De 25ste augustus ging ik weer met 4 dagen periodiek verlof. Ook toen mocht ik alles thuis weer in besten welstand en gezondheid ontmoeten.
De 17de september weer 4 dagen en de 21ste kregen we een 8-daagsche oefening, troffen mooi weer zoodat alles best afliep. De 30ste september ging ik met 2 dagen permissie maar kreeg een telegram achterna voor 10 dagen verlenging wat dan mijn najaarsverlof was.
Daarna moest ik in St. Michielsgestel terugkeren en kwam de hele compie in een school. De 16de oktober 1916 kregen we weer een 4-daagsche oefening en troffen toen slecht weer met veel regen zoodat deze oefening niet tot zijn recht kwam. De 20ste en 21ste moesten we met z’n tienen naar Goirle de handgranaat gooien, welke dan ontploften zoodat de scherven ons om de ooren vlogen, voorwaar een gevaarlijk baantje.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten