• Jiddu Krishnamurti (1895-1986) was een Indiase spiritueel leraar. Op latere leeftijd publiceerde hij een boekje met dagboeknotities.
2 april 1975
[...] Er is geen kennis van het innerlijk, alleen van het uiterlijke. Kennis van het uiterlijke wekt abusievelijk de suggestie dat er ook kennis van het innerlijk moet zijn. Zelfkennis is weinig omvattend en mager; de geest is er zo doorheen, alsof je een rivier oversteekt. Je maakt bij dit oversteken een hoop lawaai en als je dit lawaai voor zelfkennis aanziet betekent dat dat de armoede nog groter wordt. Deze verruiming van bewustzijn is de handeling van armoede. Religies, cultuur, kennis kunnen deze armoede op geen enkel wijze minder maken.
Het is de kunst van intelligentie, kennis op zijn juiste waarde te schatten. Zonder kennis is het niet mogelijk in deze technologische en haast mechanisch geworden beschaving te leven, maar het zal de mens en zijn maatschappij niet transformeren. Kennis is niet de hoogste uiting van intelligentie; intelligentie kan en moet gebruik maken van kennis en transformeert daardoor de mens en zijn maatschappij. Intelligentie is niet louter het cultiveren van het intellect en de integriteit ervan. Het ontstaat uit het inzicht in de totaliteit van bewustzijn, van de mens, jezelf en niet van een deel, een bepaald segment van jezelf. Het bestuderen en begrijpen van de beweging van je geest en hart laat deze intelligentie geboren worden. Je bent de inhoud van je bewustzijn; door jezelf te kennen zal je het universum kennen. Deze kennis gaat het woord te boven want het woord is niet het ding. Vrijheid van het bekende, elke minuut, is de essentie van intelligentie. Deze intelligentie opereert in het universum als je haar met rust laat. Je vernietigt deze heilige orde door onwetendheid omtrent jezelf. Deze onwetendheid wordt nooit verdreven door anderen die jou of zichzelf hebben onderzocht. Je moet de inhoud van je bewustzijn zelf onderzoeken. Het onderzoek dat anderen naar zichzelf, en dus naar jou, hebben verricht, berust op beschrijvingen en dus niet op het beschrevene. Het woord is niet het ding.
Alleen in relaties kun je jezelf leren kennen, niet door abstractie en zeker niet door afzondering. Zelfs in een klooster sta je in relatie met de orde, die het klooster als een vluchtmiddel heeft geschapen, of de deuren naar de vrijheid heeft dichtgedaan. De beweging van gedrag is een betrouwbare gids voor jezelf; het is een spiegel van je bewustzijn; deze spiegel zal haar inhoud onthullen, de voorstellingen, de gehechtheid, de angsten, de eenzaamheid, de vreugde en het verdriet. Armoede is het vluchten hiervoor in identiteit of de sublimatie ervan. Het negeren van deze inhoud zonder weerstand te bieden is de schoonheid en compassie van intelligentie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten