• Adriaan Morriën (1912-2002) was een Nederlandse schrijver. In Ik heb nu weer de tijd – “een staalkaart van het literaire kunnen van de oude homme des lettres” – zijn ook dagboeknotities van hem opgenomen.
4 april [1945]
Maandagmiddag, nadat het zondag en vanochtend had gestormd, en het echt gevangenisweer was geweest, daalde uit een koude blauwe lucht met losse helderwitte wolken een fris, als gewassen en geroskamd zonlicht op de stad neer. De kleuren waren zo schoon en zuiver als het maar kon, de Reguliersgracht, die ik van een van de ronde hoge bruggen bewonderde, weerspiegelde het jonge ijle groen van de bomen, de lichte tinten van de lucht en de huizen. Het was als een schilderij waarop de kleuren met een te grote nadrukkelijkheid zijn opgezet.
In West bulletins van Radio Oranje waarin wordt verondersteld dat de Duitsers al bezig zijn ons land te verlaten. Geruchten, zoals altijd. Nu en dan een verre knal, een dof gedreun van onder de horizon.
Vandaag de Achterhoek bijna geheel bevrijd. Plaatsnamen als Zutphen, Wageningen en Rhenen, die in de bulletins worden genoemd, spreken meer tot mijn verbeeldingskracht dan Breda of Roermond, niet omdat zij dichterbij liggen, maar omdat er slechts een enkele grotere waterweg tussen hen en het eigenlijke Holland ligt, en omdat die streken mij vertrouwder zijn. In de Betuwe, ten zuiden van Rhenen, hebben wij vorig jaar gewandeld en kersen gegeten.
In de stad betrekkelijk rustig. Ik werk thuis bijna de hele dag. Om negen uur gaan wij naar bed, het is dan bijna helemaal donker geworden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten