• Amsterdammer Jacob Bicker Raye (1707-1777) hield gedurende 40 jaar een stadskroniek van Amsterdam bij.
22 October, 's middags om twee uur, was hier de droevige en onaangename tijding uit den Haag gekomen, dat in den afgeloopen nacht om twee uur, Zijn Doorluchtige Hoogheid Willem Karel Hendrik Friso, Prinse van Oranje en Nassau, onzen Erfstadhouder, na een ziekte van zes à zeven dagen, van hoofd- en keelpijn, vergezeld van koortsen en ijlhoofdigheid, dit tijdelijke voor het Eeuwige verwisseld had.
Wij krijgen nog eenige bijzonderheden. Zijnde voort een deputatie uit Haar Edl. Groot Mogende Vergadering, de Staten van Holland, ‘gedepieseert’ om Hare Koninklijke Hoogheid Mevrouwe de Prinsesse te condoleeren. Nadat de weduwe van den Prins den eed als gouvernante en voogdesse van den jongen Prins had afgelegd, gingen de heeren weer heen. Maar om zeven uur was de Prinses wederom verplicht een plechtige deputatie te ontvangen; ditmaal was het er een uit het midden van de Hoog Mogenden, die met hetzelfde doel kwam. Aan deze heeren had Hare Koninklijke Hoogheid den eed als gouvernante van de Unie afgelegd.
‘Denzelfden dag werd het lichaam van Zijne Hoogvorstelijke Doorlugtighyt geopent en gebalsemt; men had seer weynig ontsteking of verderfinge in de ingewanden bevonden, hoewel de herssenen zeer geinflameert waren. Door een benauwthijt en een inflamatie was den Vorst verstikt en versmoort’.
Over dat droevige sterfgeval moesten de klokken in alle steden en dorpen acht dagen na elkander geluid worden en verder nog drie dagen voor de begrafenis en op dien dag. Driemaal daags gedurende een uur.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten