zaterdag 2 oktober 2021

Eugène Delacroix • 4 oktober 1854

Eugène Delacroix (1798-1863) was een Franse schilder. Dagboekfragmenten en brieven van zijn hand zijn verzameld in Ik heb het niet over middelmatige mensen (vertaling: Joop van Helmond).

4 oktober. [1854] – Ik heb al vroeg begrepen dat enig bezit voor een man in mijn positie onontbeerlijk is. Voor mij zou het even vervelend zijn om er te veel van te hebben als helemaal niets. Maar een bescheiden mate van welstand is noodzakelijk voor mijn waardigheid en zelfrespect. Dat is wat ik heb leren waarderen en wat absoluut noodzakelijk is, veel meer dan de bescheiden luxe die men zich kan permitteren als men enigszins rijk is. Wat die noodzakelijke onafhankelijkheid onmiddellijk met zich meebrengt, is gemoedsrust, omdat men ontheven is van de problemen en de vernederende stappen die men moet ondernemen als men om geld verlegen zit. Men moet uiterst omzichtig te werk gaan om deze essentiële zekerheid te verwerven en te behouden; men moet onophoudelijk de noodzaak van gemoedsrust en de afwezigheid van materiële zorgen voor ogen houden, waardoor men in staat wordt gesteld zich geheel te wijden aan hogere inspanningen, wat voorkomt dat de ziel en de geest worden ondermijnd.
Deze overpeinzingen zijn me ingegeven door een gesprek met Riesener, die me na het eten is komen opzoeken, en door wat hij me heeft verteld over de toestand waarin de Pierrets verkeren. Zijn eigen omstandigheden lijken me voor de toekomst en misschien nu al ook niet veel florissanter. Zijn hele leven heeft hij zich als een idioot gedragen; in zijn geest is een basis van gezond verstand aanwezig, maar die heeft hij nooit in zijn gedrag naar buiten laten komen.
[...]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten