zondag 22 augustus 2021

Matthew Decker • 22 augustus 1748

Matthew Decker (1679-1749) was een Engelse ondernemer en econoom van Nederlandse afkomst. Het reisverslag dat hij bijhield toen hij in 1748 op 70-jarige leeftijd na 46 jaar terugkwam in Nederland is gepubliceerd onder de titel Het Dagboek Van Sir Matthew Decker: Een Nederlandse Engelsman Over Nederland In 1748 En De Buitens In De 18e Eeuw.

21 augustus vertrokken mijnheer Van der Laan, die de vorige dag gekomen was, en ik in een met vier paarden bespannen koets naar Leiden. We aten bij burgemeester Hoogenhouk. Zijn vrouw heeft als meisjesnaam Van de Blocquery. Ze is een oude kennis van me. Onze verstandhouding was vroeger zo goed, dat iedereen zei dat wanneer ik maar om haar hand had gevraagd zowel Jettie als haar familie zich niet afkerig zouden hebben getoond van een huwelijk. Ik werd door de Hoogenhouks en hun zoon en dochter uiterst voorkomend ontvangen. Voor het eten bracht Hoogenhouk ons in zijn koets naar een kleine tuin, even buiten de stad. De tuin was bewonderenswaardig vanwege de ruime opzet en het mooie uitzicht over de Rijn. We kwamen ook nog mijnheer Spaan tegen. Ik condoleerde hem met het verlies van zijn onvergetelijke vrouw. Na het eten bracht ik een bezoek aan mijnheer Allard de la Court. Hij liet me zijn bijzonder fraaie kabinet met mooie Hollandse schilderijen zien. Zowel hij als zijn vrouw drongen er sterk op aan dat ik een paar dagen zou blijven. We gingen 's avonds om zes uur weg en kwamen om acht uur in Den Haag aan.

22 augustus kwam mijnheer Van Neck mij in zijn koets ophalen. Hij nam mijnheer Van der Laan en mij mee voor een bezoek aan de zaal waar de Staten-Generaal bijeen komen. We bekeken ook nog de Trèves-zaal en enkele andere zalen. Na dit uitstapje nam ik van een aantal mensen afscheid. Ik dineerde bij mijnheer Van Neck in gezelschap van mevrouw Van Neck, schepen Ourik en diens knappe dochter. De schepen is een neef van Van Neck. De Van Ouriks waren er erg op gebrand mij te zien. Hij is een erg voorkomend en verstandig man, zijn dochter doet niet voor hem onder. Tot het gezelschap behoorde ook nog de zoon van mijnheer Van Neck, een jongeman van ongeveer veertien jaar, erg knap en goed opgevoed. Om vijf uur brachten de heren Van Neck en Ourik mijnheer Van der Laan en mij naar Delft. Toevallig ontmoetten we burgemeester Schepers, die met zijn trekjacht op weg was naar Rotterdam. Hij vroeg of wij mee wilden varen, wat we graag deden. We kwamen om acht uur in Rotterdam aan en werden opgewacht door de koetsier van heer Walter Senserf. We werden door heer Walter en zijn vrouw op de gebruikelijke wijze, dus zeer voorkomend ontvangen.

1 opmerking:

  1. Mijn eindscriptie, lang geleden... (https://perkamentus.blogspot.com/2019/02/twitter-bookcoverchallenge.html)

    BeantwoordenVerwijderen