zaterdag 28 november 2020

Mensje van Keulen • 29 november 1976

Mensje van Keulen (1946) is schrijver. In 1976 hield ze een dagboek bij dat is gepubliceerd als Alle dagen laat (2006). Een fragment eruit verscheen in Maatstaf.

29 november, Sicilië
Een hostess wachtte acht mensen, onder wie haar oude moeder, op en al hadden we geen reis met accommodatie geboekt, we mochten met haar busje van Catania naar Taormina en kregen zodoende een haperende uitleg over wat we hadden kunnen zien als het niet donker was geweest. Het hotel waar het busje stopte was volgens de hostess 'best heel goed en Engels van binnen'. De hostess logeerde er zelf ook met haar moeder. Maar behalve dat het een mooi uitzicht bood, was het binnen niks dan een afstotelijke rommel, kitsch en vies eten. Na het ontbijt, waar de hostess met haar moeder aan het tafeltje naast ons gingen zitten, zeiden we de man aan de balie, die Duits tegen ons sprak en door zijn grote, rooie neus vervaarlijk sissend snoof, dan ook gedag en vonden al snel een nogal duur, maar bevallig hotel.
Evenals in Franse en Spaanse provinciestadjes stikt het van de winkels met waardeloze rommel, lelijke kleding en cadeaus. We kwamen de hostess met haar moeder nog twee keer tegen en zagen haar ook nog een keer verderop lopen. Maar de Ionische zee schittert, de Etna rookt en het stadje ligt beeldschoon aan de baai en is erg mooi met zijn steegjes, balkonnetjes vol planten, geraniumstruiken, rozen, palmen, cactussen, bomen vol grote sinaasappelen en citroenen. Ook in de paradijselijke tuin van het hotel hangen de vruchten voor het grijpen of ploffen voor je op de grond. Onze kamer is ouderwets ingericht, maar comfortabel en de badkamer heeft een verwarmde vloer en openslaande deuren naar een balkon.

Waar je ook eet of drinkt, de obers bedienen snel, ongeduldig. Vanavond waren we in een restaurant de enige gasten en werden geholpen door vier man personeel dat maar heen en weer liep om te zien of ons bord al leeg was. Het leek wel of ze schaatsten op de vreselijke achtergrondmuziek die van een 'glijdend' bandje, dus ook nog vals, kwam.
Vervelend is ook: 'Thunfisch'. 'Fünfzehntausend Lire'.

Ik hoop dat Lon het naar zijn zin heeft. Tot nu toe lijkt het goed te gaan, al liggen we voor ons doen erg vroeg in bed.

Dinsdag
De vis die we in La Buca aten, had een rij vraatzuchtige tandjes. Het personeel was weer ongeduldig, de taart kwam te snel en was te koud. Andere gasten na het lezen van hun rekening: 'C'est un absurdité.' 'Now this is a lot.'
In mijn benen zit, ondanks een lang, heet bad, nog de wandeling naar Castelmola. Het dorpje ligt niet ver van hier, maar langs de weg werd het bij iedere honderd meter armoediger. Ezels, schapen, geiten, zwervers, huisjes van golfplaten. Het dorpje leek op een doolhof, ik verwachtte telkens iemands balkon op te lopen. Mensen keken me na, ze lachten om me, kinderen renden gierend van de lach de donkere vertrekken in. Dat is in Taormina trouwens ook zo. Er mag dan een casino zijn, er mogen dan toeristen komen, de bevolking is weinig gewend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten