• Cees Nooteboom (1933) is een Nederlandse schrijvers. Reisjournalen van zijn hand zijn verschenen in Een ochtend in Bahia.
Bréhat
Bretagne, juli 1966. Op een middag ben ik met het bootje naar Bréhat gegaan. Er heen varend, kijkend naar die huizen die ik elke dag vanuit de ramen van mijn hotel had gezien als schimmen, en die nu groter werden en werkelijke huizen dacht ik aan wat Pavese zegt in een van zijn romans, dat elk huis, elk erf, elk terras iets voor iemand betekend moet hebben - en dat de gedachte aan zoveel vervlogen leven, zoveel in de leegte van de nacht zonder een spoor verdwenen herinneringen eigenlijk verdrietiger is dan de dood zelf. Toen ik aankwam begon het zachtjes te regenen. Er waren erg veel bloemen en zelfs palmen en hoge, volle zomerse bomen, het hele eiland heeft iets weelderigs en niet van het noorden, het is er stil, wat wind, de zee, geen auto's, en er wordt een stil leven geleid. Ik liep het eiland over, verdwaalde, zag drie nonnen in het wit naar een boom zwaaien, liep door toch ineens kaal, schots land naar de punt waar schapen stonden te schreeuwen tegen de zee en de zee zwart water omhoogsmeet tegen een gele rots met een lege vuurtoren.
Op het kerkhof was het stiller. Zoals altijd in zulke kleine, besloten gemeenschappen was iedereen familie van elkaar, ze lagen ook ingewikkeld bij elkaar in de graven die trouwens allemaal door vader en later door zoon le Meur gebeiteld waren, het kostte een hele tijd om alles uit te zoeken. Clémence Lehegarat en Aristide le Gall leefden elk maar een paar dagen, maar degenen die daar verdriet over gehad hadden waren er ook al niet meer, want het was in een andere eeuw. En wat is er nog over van de herinnering aan luitenant Charles Guyomard, verdwenen op 25 april 1918 te Hanovard en Sancerre op de leeftijd van 28 jaar. Zou nu zesenzeventig geweest zijn, drie jaar ouder dan de Gaulle. En als ik daar nu eens gelezen had luitenant Charles de Gaulle, hoe zou de wereld er dan uitzien? En is dat nu het veelbesproken lot? Veel minder beroemd dan Henri ligt er trouwens, tegen de muur van de kerk, uit de wind, Auguste Matisse 1866-1931, schilder van het departement van marine, wat dat dan ook geweest mag zijn, en lid van maatschappij van Franse schilders, en zijn zoon Eric ligt er bij, gefusilleerd door de Duitsers op 1 augustus 1942. Stilte, staat er achter, ‘hij rust!’ De Duitsers hebben er trouwens meer sporen nagelaten, zoals overal in Frankrijk, waar het een zoveel meer pathetisch accent krijgt door de herhaling. Al die waanzinnige monumenten van '70, van 14-18, de opstellingen met wapperende vlaggen, volle Franse maagden, heldhaftige groeperingen, met daaronder steeds onversierd, de koude afrekening, de boekhouding van de dood. Ook hier, op dit minieme eiland was er geen ontsnappen aan, en omdat het allemaal zeelui waren wordt het reliëf in het kerkportaal een stuk oorlogsgeschiedenis: ‘zij zijn het heil geweest’ staat erboven, en dat betekent dat ze gesneuveld zijn in België, op de zeeën van China, in Dixmude, bij de Dardanellen, op de Noordzee, op Korfoe, in Tahure, Verdun. Een huilende moeder, dezelfde van altijd, staat bij het kruis, maar wat waart er hier nog van rond, nu, veertig jaar later, van die afgrijselijke dode met zijn veel meer dan miljoen hoofden, waarvan dit maar één afrekening is, een stenen bladzij op de muur geplakt, waarop ik namen lees, elke naam een onzichtbare oude man. Bij het hek nog een laatste graf, van Ie docteur Wilborts, mort à Buckenwald, met een k, 1885-1944. En in de Paris-Match van die week foto's van de nieuwe nazi-beweging.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten