Fragmenten opgenomen in De meidagen van 1940. Een collectief dagboek van Luc Kooijmans.
[10 mei]
'Ik herinner me ook nog wel dat van een van de eerste patiënten waar ik aan de tafel stond het been werd geamputeerd en ik dus met dat been in de hand stond en er mee wegwandelde. Dat was natuurlijk ook niet mijn dagelijkse werk.
Als de mensen klaar waren met de operatie of verbonden waren dan werden ze gewoon naar zaal gebracht en het verplegend personeel besteedde geen aandacht aan het feit of die mensen een Duitser of een Nederlander was. Tot er op een gegeven ogenblik een signaal, na een paar uur, van de verpleging kwam dat op een zaal bepaalde patiënten uit hun bed waren gekomen en daar de strijd gingen voortzetten. Ze hadden waarschijnlijk eerst liggen schelden of zo iets en zijn toen met hun hoofden verbonden of met hun armen verbonden, met verband om in ieder geval, aan het knokken
geslagen.'
• Een arts die kwam helpen in het ziekenhuis in Leiden
Ik denk bijvoorbeeld aan die oorspronkelijk uit Katwijk (naar hij mij nog vertellen kon) afkomstige man wiens benen en armen waren afgerukt. We legden hem op een zandwagen; ik sprak kort met hem en we baden samen (hij sloot nog zijn ogen) en terwijl hij werd weggereden, zong hij luidkeels, zodat het over het plein te horen was, het "Ere zij God in den hoge en vrede op aarde". Voor hij in Bronovo kwam, was hij reeds gestorven.'
• Veldpredikant L.D. Terlaak Poot, bij het gebombardeerde vliegveld Ockenburg in Den Haag
'Uw zoon heb ik vrijdagmorgens om 8 uur in het water aangetroffen met een schot boven in zijn lichaam. Ik moest hem achterlaten nadat ik hem op de kant heb geholpen. Tegen mij heeft hij niets anders gezegd dan dat hij raak geschoten was.'
Een luitenant aan de ouders van de 21-jarige Wim Rattink uit Apeldoorn, overleden op de plek waar hij gevonden is, een slootkant in het gehucht Maaldrift, bij Wassenaar.
'Auf diese Messerschmidt flog eine holländische Fokker zu und wurde sofort abgeschossen. Die Fokker kam etwa 50 meter von meinem Zuggefechtsstand runter und zerschellte. Wir eilten hin, glaubten aber, es sei nichts mehr zu retten. Nach Beendigung der Kämpfe hörte ich, der Pilot habe überlebt und sei am Nachmittag, als wir das Gelände geräumt hatten, gerettet worden. Ich habe ihn dann im Krankenhaus Leiden, in dem auch unsere Verwundeten lagen, besucht.'
• De Duitse luitenant Teusen, bij Den haag
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten