• Ernesto Guevara (1928-1967) hield tijdens de laatste elf maanden van zijn leven een dagboek bij. Het is in het Nederlands gepubliceerd als Boliviaans dagboek (Vertaling: Tineke Hillegers-Zijlmans en Frieda Kleinjan-van Braam).
13.8.67
Miguel, Urbano, León en Camba hebben hun kamp opgeslagen bij het water dat Benigno ontdekt heeft en vervolgens van daaruit hun weg. Ze hebben voor drie dagen eten meegenomen, d.w.z. stukken vlees van het paard van Pacho, dat we vandaag opgeofferd hebben. Er zijn nu nog vier beesten over en alles wijst erop dat we er nog wel een zullen moeten slachten voordat we ergens voedsel kunnen vinden. Als alles goed gaat moeten Coco en Aniceto hier morgen aankomen. Arturo heeft twee pauwen geschoten die mij zijn toebedeeld omdat er bijna geen mais meer is. Chapaco vertoont steeds duidelijker tekenen van onevenwichtigheid, Pacho gaat steeds goed vooruit en mijn astma wordt sinds gisteren weer erger. Ik neem nu drie tabletten per dag. Mijn voet is bijna genezen.
14.8.67
Een zwarte dag. Grijs wat betreft de activiteiten. Geen nieuws, maar tegen de avond hoorden we over de nieuwsdienst dat de bergplaats waarheen onze mannen op weg waren is bezet; men geeft zoveel details dat er geen twijfel mogelijk is. Het veranderlijke weer van vandaag is erg slecht voor m'n astma. Ook hebben ze allerlei documenten en foto's in handen gekregen. Dit is de hardste slag die ze ons hebben toegebracht. Iemand moet gepraat hebben. Wie? Dat is het mysterie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten