• Het verkoolde alfabet. Dagboek 1990-1991 van de Vlaamse schrijver Paul de Wispelaere (1928-2016) volgt gedurende een jaar met een soort zigzag-beweging het leven van de auteur, die er allerlei episoden en gebeurtenissen uit de actualiteit en het verleden associatief met elkaar in verbindt.
Januari 1991
Nog maar net zijn we bekomen van het Van Goghjaar, met al die spektakels, de hele poespas van de reclame, de veilingen met hun fantastische bedragen, de Japanse en andere geldmagnaten, al dat carnavaleske gedoe: de T-shirts bedrukt met zonnebloemen, de zwembroeken bedrukt met aardappeleters, het Van Gogh-bier, de Van Gogh-condooms, enzovoort, of het Mozart-jaar is al aangebroken. Het kan werkelijk niet op.
Driekwart eeuw geleden, op 9 april 1914, publiceerde de jonge dichter Paul van Ostaijen zijn eerste stukje, Kunst van heden, in het Antwerpse blad Carolus. Het is nog brandend actueel:’[...] Wat hebben wij deze maand al niet over Van Gogh, in alle mogelijke en onmogelijke gazetten en tijdschriften gelezen? Alles is Van Gogh: het is het werk van Van Gogh langs hier, het leven van Van Gogh langs daar – le raté de génie, zegt gene pennewip, die onbeholpen kladder zegt een andere, en een derde komt, een snob of een artiest, of beter nog een artiest-snob, en die zegt: "Wat vertellen jullie? Jullie begrijpt geen jota van heel Van Gogh." Zoo hebben wij gelezen en gehoord over Van Gogh. Zonder den gulden middenweg te willen, durven wij toch zeggen dat het werk van Van Gogh zeker geweldig is, doch van eenen anderen kant door de tingeltangelreklaam wel wat overschat. En dat spijt ons voor den grooten kunstenaar; maar het staat nu eenmaal zoo geschreven, dat kunstrevolutie de aandacht van alle leegloopende en centenhebbende snobsen moet trekken.’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten