zondag 7 januari 2018

Sylvia Plath -- 7 januari 1959

Sylvia Plath (1932-1963) was een Amerikaanse dichteres, die ook een bekend dagboek bijhield. Daarin geeft ze blijk van grote ambitie, maar tegelijkertijd ook van grote twijfel aan eigen kunnen. Het dagboek is in het Nederlands vertaald door Nelleke van Maaren. 

7 januari 1959, woensdag
Word ’s ochtends niet wakker omdat ik terug wil in de baarmoeder. Probeer van nu af aan het volgende: zet de wekker om 7.30 en sta dan op, moe of niet. Vliegensvlug ontbijten en huishoudelijke klussen afwerken (bed en afwas, dweilen of wat dan ook) voor 8.30. Ted zorgde vandaag voor koffie en havermout: graag doet hij het niet, maar hij doet het. Ik ben een idioot dat ik hem dat laat doen. Door de wekker te zetten ben ik af van dat lastige wakker worden op vreemde, onhandige tijden rond negen uur. [...]
Neus opgezwollen als een lekkend worstje: grote poriën vol pus en vuil, rode vlekken, die rare bruine moedervlek aan de onderkant van mijn kin die ik graag zou laten weghalen. Herinnering aan dat meisjesgezicht in de film in de medische faculteit, met een klein zwart schoonheidsvlekje: een moedervlek die kwaadaardig is: over een week is ze dood. Haar onverzorgd, gewoon bruin en kinderachtig opgestoken: weet niet wat ik er anders mee moet doen. Te slap en te steil. Lichaam heeft een bad nodig, huid is het ergst – komt door dit klimaat: kloven door de kou, uitgedroogd door de hitte: ik moet gebruind zijn, van top tot teen gebruind, dan wordt mijn huid gezond en ben ik in orde. Ik moet een roman, een dichtbundel, een verhaal voor Ladies’ Home Journal of de New Yorker hebben geschreven, dan zal ik zonder poriën zijn en stralen. Mijn moedervlek zal niet kwaadaardig zijn...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten