donderdag 24 april 2025

Wies Roosenschoon • 25 april

Wies Roosenschoon (1929-2015) was lerares Nederlands met een passie voor literatuur. In Tirade zijn dagboekfragmenten van haar gepubliceerd. Portret door Elisabeth Eskes-Rietveld.

25 april 1959
T., ingenieursexamen.
Ik zou gezegd hebben: ‘Gij vrouwen hier verzameld, en in het bijzonder jullie drieën, nieuwbakken ingenieurs! Gisteren meisjes met fladderharen, vandaag vrouwen met hoeden op, morgen Dames Irs. Er zijn van die situaties.
Je komt een kruidenierswinkel binnen, argeloos. “En zus, wat zal het zijn?” Jazeker. Vooruit dan maar. Na het afwegen van de suiker is het zicht toch iets veranderd. “Had u nog meer gehad willen hebben, juffrouw?” Om tenslotte te evolueren naar: “Dag, dame” bij het weggaan. Een rare wijze snijboon van een Duitse dichter, Christiaan Morgenstern, heeft gezegd dat in iedere man ergens nog een kind leeft dat spelen wil. Uiteraard in iedere man, hij was zelf een man. We geloven het graag. Maar in die vrouwen, wat zit daar dan binnenin? Dame te zijn, mevrouw te zijn, anyhow? Of is daar toch ook nog een heel klein meisje aan het roepen, soms, dat ze eigenlijk zo graag wou tollen vandaag? Dit is dan mijn wens, drie Vrouwen Ingenieurs: mag het je beschoren zijn te blijven zweven in die grensgebieden tussen Zus en Dame’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten