donderdag 3 augustus 2023

Albrecht Dürer • 4 augustus 1520

• De Duitse schilder/tekenaar/etser Albrecht Dürer (1471-1528) bracht in 1520/1521 langere tijd in de Lage Landen door. Hij hield daarbij een journaal bij, dat is vertaald als Zijn dagboek van de reis door de Nederlanden 1520-1521

4 Aug. Item, op Zaterdag na St. Petrus Bevrijding bracht mijn waard mij in het huis van den burgemeester te Antwerpen, nieuw gebouwd, zeer groot en goed van verhoudingen, met overdadig rijke, groote kamers, en wel zeer vele, een kostelijk versierden toren, een zeer grooten tuin, alles tesamen zulk een fraai huis, als ik in alle Duitsche landen niet heb gezien. Ook is er een geheel nieuwe straat, tamelijk lang, waardoor men van beide zijden tot zijn huis komt, die ten zijnen gerieve, maar ook ten deele op zijn kosten, is aangelegd.
Item, den bode heb ik 3 stuivers gegeven. 2 pfenningen voor brood, 2 pfenningen voor inkt.

5 Aug.
En op Zondag, het was op St. Oswald, noodigden de schilders mij met mijn vrouw en dienstmaagd, in hun vergaderlokaal. En zij hadden alle voorwerpen met zilver versierd en andere kostbare sieraden en allersmakelijkst eten. Ook hun vrouwen waren allen aanwezig. En toen ik naar de tafel werd geleid, stonden de aanwezigen aan beide zijden, zooals men een groot heer ontvangt. Er waren onder hen zeer aanzienlijke lieden van welbekende namen, die allen een diepe buiging maakten en mij op de allerbeleefdste wijze begroetten. En zij zeiden, dat zij zooveel mogelijk alles wilden doen, wat mij aangenaam kon zijn. En toen ik alzoo aan tafel zat, kwam de heer van Antwerpen, Herbouts, met twee knechten en schonk mij namens de Heeren van Antwerpen 4 kannen wijn, en liet mij weten, dat ik hiermede door hen vereerd werd en hun goede wenschen ontving. Ik betuigde hen mijn hartelijken dank en bood onderdanig mijn diensten aan. Daarna kwam Meester Peter, de stadstimmerman, en schonk mij twee kannen wijn onder aanbieding van zijn diensten. Wij waren zeer vroolijk onder elkander en zij begeleidden ons laat in den nacht met lichten naar huis, verzochten mij hun goede wenschen aan te nemen en zouden mij in alles wat ik maar wilde, helpen. Ik dankte hen en ging te ruste.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten