dinsdag 2 juni 2020

J.L. Heldring • 3 juni 1958

J.L. Heldring (1917–2013) was journalist en 4 jaar hoofdredacteur van NRC Handelsblad. Zijn 'Pools dagboek' bevat de notities gemaakt tijdens een veertiendaags bezoek aan Warschau in de eerste helft van juni 1958.

Woensdag 3 juni
's Middags bracht ik een bezoek aan dr. C., docent in de Poolse literatuur aan de universiteit, geen partijlid. Hij bleek, zoals zovele anderen, Zjiwago, Djilas en Milosz (The captive mind) te hebben gelezen, hoewel die boeken officieel niet te krijgen zijn in Polen. Zelfs in de stalinistische tijd waren de intellectuelen in staat de culturele ontwikkeling in het Westen te volgen, zegt hij. Er waren wel altijd mensen die in een of andere officiële capaciteit het Westen bezochten en dan een boek of een tijdschrift binnensmokkelden. Nu gaat alles natuurlijk veel gemakkelijker. Zo ligt het culturele tijdschrift Kultura, door Poolse émigrés in Parijs uitgegeven, in de bibliotheken. De Poolse intelligentsia, zegt hij, heeft altijd meer omvat dan in het Westen. Voorbeeld: gedichten worden en werden niet alleen gelezen door een intellectuele elite, maar ook door de dorpsonderwijzer. De nieuwe intelligentsia sluit aan bij de burgerlijk-Westerse traditie, hoewel haar traditionele voedingsbodem, de adel en de bourgeoisie, verdwenen is. Dit klopt met wat de socioloog Chalasinski heeft gezegd: ‘Wat is de balans van de laatste dertien jaar? De pogingen om een intelligentsia van de arbeidersklasse en de boerenklasse te stichten zijn mislukt in Polen.’

Ik ontbeet in het restaurant van mijn hotel met het rooms-katholieke kamerlid D. Naar aanleiding van de langzame bediening ook hier zegt hij, dat het systeem niet loopt omdat er overal onbevoegden aan de top zitten - zelfs in ministeries - alleen op grond van hun partijlidmaatschap. Ik kan alleen oordelen over de manier waarop hotels en restaurants in communistische landen beheerd worden. Het ligt niet uitsluitend aan het socialistische systeem, want in Hongarije is de bediening vlot en heeft zij nog een feodale (niet serviele) beleefdheid. Waarom is dat in Polen, dat toch ook zolang onder feodale maatschappijvorm heeft geleefd, anders? In Joegoslavië is het ook anders, maar daar is het toerisme een belangrijke bron van inkomsten. In Bulgarije, zegt de Zwitserse correspondent H., die erbij komt zitten, hebben ze Zwitserse en Italiaanse adviseurs erbij gehaald. Dat wekt de verontwaardiging van D.: wat kunnen wij van de Zwitsers en Italianen leren? Vóór de oorlog liepen de hotels hier toch ook goed?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten