• De bekende Russisch-Amerikaanse socioloog Pitirim Sorokin (1889-1968) maakte als lid van de regering na de Russische februari-revolutie van 1917 van zeer nabij de machtsovername door de bolsjewiki mee. In 1922 werd Sorokin gedwongen in ballingschap te gaan. Hij geeft in zijn dagboek (vertaald door Tinke Davids) een boeiend ooggetuigeverslag van de omwenteling van 1917, die voor Rusland van beslissende betekenis zou worden.
22 april 1917
De politieke emigranten blijven bet land binnenstromen. Van de leiding van onze partij zijn daarbij: Tsjemov, Avksentjev, Boenakov, Stalinski, Argoenov, Lebedev en anderen. Over een paar dagen verwacht men de bolsjevistische leiders, Lenin, Trotski, Zinovjev en anderen. Die keren terug via Duitsland met hulp van de Duitse overheid, die hun een speciale ‘plombierte’ trein heeft geleend. Sommige van onze mensen zijn kwaad op de Voorlopige Regering dat ze deze lieden toestemming heeft gegeven terug te keren, Het gerucht gaat dat Lenin en zijn metgezellen (ongeveer veertig in getal) ingehuurd zijn door de Duitse generale staf om het volk in Rusland op te roepen tot burgeroorlog en het Russische leger nog verder te demoraliseren. [...]
Lenin en zijn metgezellen zijn gearriveerd. Hun eerste toespraken op de Bolsjeviekenconferentie waren gênant, zelfs voor extreem links. Lenin en zijn bentgenoten zijn nu heel rijk, en als gevolg daarvan zijn er veel meer bolsjevistische kranten, pamfletten, proclamaties en dergelijke gekomen. Trotski heeft een heel duur appartement gehuurd. "Waar halen ze al dat geld vandaan? Dat is de grote vraag.
De ‘socialisatie’ is begonnen. De Bolsjeviki hebben beslag gelegd op de villa van de balletdanseres Ksjessinska, de anarchisten hebben de villa van Doernovo en andere huizen in bezit genomen, en de bewoners zijn op staande voet op straat gezet. Hoewel de bezitters beroep hebben aangetekend bij de rechtbank en de Regering, heeft men niets ondernomen om hun eigendom terug te geven.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten