donderdag 12 april 2018

Lou Andreas-Salomé -- 13 april 1934

• Drie mannen speelden een grote rol in het leven van de Russisch-Duitse Lou Andreas-Salomé (1861-1937), namelijk Friedrich Nietzsche, Sigmund Freud en Rainer Maria Rilke (de Rainer uit onderstaand fragment). In Terugblik op mijn leven (vertaald door Thomas Graftdijk) stelt ze herinneringen op schrift, waaruit ook een boeiend beeld van het Duitsland rond de eeuwwisseling naar voren komt.

April 1934
April, onze maand, Rainer* – de maand waarin wij tot elkaar werden gebracht. Ik moet dan veel aan je denken, en dat is allerminst toevallig. In april komen immers alle vier de seizoenen samen, met ijzerkleurige sneeuwluchten als in de winter, en dan weer een gloeiende zon, of herfstige stormen, die de vochtige grond niet met vergeelde bladeren maar met talloze knophulsels bedekken, – en weet men niet voortdurend de lente in deze grond aanwezig, nog vóór men haar ziet ? En van dit alles ging die stille natuurlijkheid uit, die ons verenigde en er altijd al geweest leek te zijn.

Ik ben jarenlang je vrouw geweest, omdat je voor mij het werkelijke was, lichaam en mens voor het eerst onscheidbaar één, met alle onbetwijfelbare waarachtigheid van het leven zelf – Je liefdesbekentenis zou ik woordelijk kunnen herhalen: ‘Jij alleen bent werkelijk’. Nog vóór we vrienden waren geworden, werden we hierdoor man en vrouw, en onze vriendschap was nauwelijks vrij gekozen, maar het gevolg van een in het verborgene voltrokken huwelijk. We waren geen complementaire helften die elkaar zochten: het overrompelde geheel herkende zich huiverend in het onbevattelijke geheel. Zo waren we dan als broer en zuster, maar net als in de oertijd was incest geen heiligschennis.



* Rainer Maria Rilke

Geen opmerkingen:

Een reactie posten