zondag 10 november 2024

Klaas Hoekstra • 11 november 1826

• Nadat zijn schip in het ijs was vastgelopen en gezonken, kwamen gezagvoerder Klaas Hoekstra en zijn bemanning op Groenland terecht, waar ze met sloepen probeerden verder te komen. Het verslag van de tocht vol ontberingen is vastgelegd in Dagverhaal van het verongelukken van het Galjootschip Harlingen, in Straat-Davids. Ondertitel: De togt van de Equipagie met sloepen over en langs het ijs, en overwintering van dezelve in het Noordelijk gedeelte van Groenland.

Den 11 November ʼs morgens harde wind uit het Oost en koud weer, zoo dat er vrij wat baai-ijs kwam, wij dachten om onze sloepen naar Ommenak. Na den middag ons volk bezoekende, vonden wij de lijders aan de beterende hand.

Den 12 November ʼs morgens de wind Z.O. met een gladde koelte. Voorts den geheelen dag hetzelfde, zijnde het niet langer dan 5 uren dag.

Den 13 November ʼs morgens de wind als voren, doch niet zoo koud. Voorts den geheelen dag hetzelfde, doch te veel wind voor onze sloep om van Ommenak terug te komen. Des avonds kwam een der Esquimaux uit de sloep met provisie te Niakonak, zijnde zij 4 mijlen van Niakonak gestrand, hadden een gat in de sloep en de provisie op de wal gebragt, welke – zoo hij zeide – beschadigd was, hunne stranding viel voor 1 mijl van Saffonie, daar Esquimaux woonden, bij welke de andere manschappen zich ophielden. Tevens kreeg men berigt, dat den 11 November de eene sloep des morgens te 3 uren en de andere des voordemiddags te 10 uren te Ommenak waren gekomen, zijnde wij allen nu ter plaatse, daar wij konden overwinteren.

Den 14 November ʼs morgens 4 uren, de wind Z.O. met een mooije koelte, ging een der Esquimaux met werkgereedschap, enz. naar onze gebrokene sloep om dezelve te repareren, om zoo spoedig mogelijk, met de provisie te komen, vreezende dat alles doornat zoude zijn. Des avonds kwam de man terug, zeggende, dat zij des anderen daags de sloep zouden maken, en dan zoo spoedig mogelijk komen.

Den 15 November ʼs morgens de wind Z.O. mooi weer en niet koud, voorts den geheelen dag hetzelfde. Des avonds stormweer, ʼsnachts woei het een vliegende wind, zoodanig, dat des koopmans huis stond te schudden, waarvan de schoorsteen – hoewel dezelve zeer laag was, – afwoei. Een Noordsche jol werd opgenomen en in zee gesmeten, verscheidene vaten, waarvan een met spek gevuld, vrouwen booten, drie kojakken en andere dingen weggemaaid, zelfs zware steenen scheurden van de klippen. Wij waren zeer ongerust wegens onze sloep met provisie, zoo dezelve niet hoog op het land en goed vastgemaakt was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten