• Marie de Rabutin-Chantal, Marquise de Sévigné (1626-1696), beter bekend als Madame de Sévigné, behoorde tot de hoge Franse adel en werd als schrijfster bekend door haar brieven, die tot de klassieken in de Franse literatuur worden gerekend. Het fragment is afkomstig uit een brief aan Madame de Grignan. Uit: Brieven (vertaald door Ben Rekers).
Parijs, vrijdag 19 november 1688
De dag daarop, dus gisteren, ging ik erheen. Hij [een overleden neef] was in het geheel niet veranderd en hij joeg me geen schrik aan, evenmin als aan de anderen die hem kwamen bezoeken. Hij was door God voorbestemd en men eerbiedigde Gods genade waarmee hij overladen was. Men las toen zijn testament voor; het was zeer goed en zeer wijs geschreven. Hij verontschuldigde zich, zijn hele kapitaal te hebben uitgegeven voor zijn levensonderhoud; ook zei hij dat hij voor de verleiding was bezweken om elfduizend francs uit te geven om zijn leven te beëindigen in het klooster van de karmelieten...
Die ochtend hebben we zijn lijkdienst bijgewoond in de kerk van Saint Jacques, waar weinig ceremonie was. Er waren veel mensen die respect hadden voor zijn verdiensten en zijn deugd... De geestelijkheid heeft hem daar in hun orde van Saint Jacques opgenomen. Dat is een trieste plechtigheid. Alle nonnen stonden boven met kaarsen in de hand en ze zongen het 'Libera'; ten slotte gooide men hem in een diepe kuil en men hoorde zijn val. Daar is hij nu voor altijd, voor hem bestaat er geen tijd meer, hij rust in eeuwigheid en behoort niet meer tot de aarde. Nu ik je dit alles vertel stromen natuurlijk mijn tranen, maar het zijn zoete tranen, zonder een bittere ondergrond; het zijn tranen vol troost en naijver op zijn lot...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten