• De veel jongere Anna Grigorjevna Dostojevskaja (1846-1918) bleek de juiste vrouw om de aan gokken verslaafde Russische schrijver Fjodor Dostojevski (1821-1881) in de juiste richting te leiden. In haar Herinneringen (vertaald door Charles B. Timmer) beschrijft ze zijn leven met hem.
27 februari 1867
Toen wij aankwamen, waren alle gasten al bijeen. Mama en mijn trouwpeter gaven ons plechtig hun zegen. Daarna regende het van alle kanten gelukwensen bij een glas champagne. Allen die bij de huwelijksinzegening waren geweest en mij niet kenden stonden verstomd, toen zij nu, in plaats van het bleke en ernstige meisje dat zij zo pas in de kerk hadden gezien, een blozende, levenslustige en van geluk stralende ‘jonge bruid’ voor zich zagen. Ook Dostojevski’s gezicht straalde. Hij bracht zijn vrienden naar mij toe, stelde ze voor en zei: ‘Kijk eens, wat een verrukkelijke vrouw ik heb! Ze is uniek! Ze heeft een hart van goud!’ - en meer van die complimenten, die mij ontzettend verlegen maakten. Daarop stelde hij me aan de dames voor en was heel tevreden dat ik voor elk van hen een vriendelijk woord vond en kennelijk bij hen in de smaak viel. Op mijn beurt bracht ik mijn man bij mijn vrienden en familieleden en was gelukkig, toen ik zag, welk een betoverende indruk hij op allen maakte.
Dostojevski hield ervan een goed gastheer te zijn en daarom was er in overvloed champagne, lekkers, fruit.
Eerst tegen twaalven reden de gasten weg en wij bleven met ons tweeën nog lang op om over de bijzonderheden van die voor ons zo heerlijke dag na te praten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten