woensdag 31 oktober 2018

Gerard Bilders -- 1 november 1862

Gerard Bilders (1838-1865) was een Nederlandse schilder. Zijn brieven en dagboek zijn te lezen bij de dbnl.

November.
- Ik heb gezegd, dat ik meer vreesde dan hoopte. Ik geloof echter niet, dat het waar is. Een juist evenwigt tusschen hoop en vrees bestaat ook niet en ik meen zelfs, dat de eerste steeds sterker is en de laatste doet zwijgen. Indien het omgekeerd ware, zou het leven mij veel ondragelijker zijn. In wat duistere verschieten ik mij verbeeld te turen, altijd breekt de zon der hoop door en schenkt de overwinning aan het licht op de schaduw. De hoop is de drijfveer mijner meeste handelingen; de gedachte aan welslagen zit voor bij alles wat ik onderneem. Ware dit niet het geval, dan handelde ik niet. De vrees staat tusschen de hoop en de zekerheid; zij is het negatieve, het doodende beginsel. Een gestadig vreezen zou alles stremmen, alles in den mensch doen stilstaan. De hoop daarentegen is met het leven één; het gansche leven is hopen en falen, hopen en slagen. Door de vrees wordt de hoop een teugel aangelegd; gene is heilzaam, omdat ze de verwachtingen in hare te snelle vaart matigt, deze, omdat zij de slagen des tegenspoeds en der teleurstelling minder zwaar doet treffen. Als vernietigend beginsel is de vrees een noodig gif, dat te sterken bloei belet, de schaduw, die den zonnegloed tempert. Die echter te veel in die schaduw zat, zou nimmer rijpen. Daarom is mistrouwen op de toekomst een ziekelijke toestand, eene zwakheid, eene lafhartigheid, geen bewijs van levenswijsheid. Het is ook meer een rouwkleed, dat men omgehangen heeft, dan ware smart, die in het hart zetelt. Dat mistrouwen praat men zich voor het grootste gedeelte aan en is het gevolg van verkeerde redenering. Hoop en vertrouwen bestaan altijd van zelf, komen ongeroepen, zijn de goede engelen, die ons van nature ter zijde staan. Men kan twijfelen, ontmoedigd zijn, vreezen, maar eindelijk komt de hoop in al haren glans en hare liefelijkheid, en verdrijft de duisternis; bij haar vriendelijk licht vangt men op nieuw aan te handelen, en met de veerkracht komen ook de lust en de moed weder boven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten